Tekst Jochem Davidse
Foto Yvonne Hop

Afrekenen met Utrechtse straatdealers

Tientallen live uitgeluisterde dealtelefoons, een vijftigtal politiemensen in uniform en in burger, een drone-team van Defensie… Verdeeld over twee actiedagen werden in de stad Utrecht en omstreken vijftien jonge straatdealers in de kraag gevat. Op uitnodiging van zaaksofficier Bart Nitrauw zat Opportuun eerste rang tijdens de apotheose van onderzoek Bazooka. “Alles wat vandaag beweegt is af.”

“Wij hebben nu zicht op de grijze Skoda Fabia (…) Hij is zojuist ingeparkeerd bij winkelcentrum De Clomp. De bijrijder stapt uit. Een jongen in een zwarte jas en een zwarte trainingsbroek (…) Het subject loopt nu een portiek in (…) Daar is hij weer. Hij loopt terug naar de Skoda en stapt in... De auto rijdt weer... De bestuurder is een vrouw met opgestoken haar. Een knotje wellicht. De Skoda slaat rechtsaf richting de Kouwenhovenselaan... Bij de lampjes (stoplichten, red.) rechtdoor (…) De auto gaat opnieuw inparkeren, nu bij een locatie van het Leger des Heils (…) De bijrijder stapt uit (…) Het subject praat met een man in een witte hoodie (…) Hij lijkt iets te overhandigen...”

Nog voor de twee inzittenden enig onheil kunnen vermoeden, worden de portieren opengerukt

Op gepaste afstand

Het is een nevelige woensdagmiddag in november. In hun dienstauto luisteren agenten Mark en Mitchell – de eerste gepokt en gemazeld in het politievak, de tweede jong en ambitieus – aandachtig mee met de communicatie tussen de collega’s van het flexteam, het observatieteam in burger dat een vermoedelijke straatdealer in het vizier heeft, en het politiebureau aan de Utrechtse Marco Pololaan in de wijk Kanaleneiland. Daar is vandaag het commandocentrum gevestigd van onderzoek Bazooka, een grootschalig onderzoek naar jonge straatdealers in Utrecht en omgeving. Zelf blijven Mark en Mitchell in hun opvallende dienstauto op gepaste afstand en uit het zicht, in afwachting van het moment dat het subject door de onopvallende collega’s van het OG (Ondersteuningsgroep) in de boeien is geslagen. Maar dat moment laat nog even op zich wachten. 

“Alles wat hij nu verkoopt, ligt straks niet meer in die auto,” beredeneert Mitchell volgens de wetten van de logica.

In een uur tijd lijkt het observatieteam ter plaatse getuige te zijn van zeker drie drugsdeals, maar al die tijd blijft de dealtelefoon aanstralen op één en dezelfde telefoonpaal. Om er zeker van te zijn dat de dealtelefoon in de auto ligt, en het ding zich niet toevallig in hetzelfde gebied bevindt, wacht men in het commandocentrum net zo lang tot de Skoda binnen het bereik van een andere telefoonpaal komt.

“Dat wordt geen Ajax kijken vanavond,” knipoogt Mitchell.

Een jonge straatdealer wordt door leden van de Ondersteuningsgroep klemgereden en in de boeien geslagen.

Dan ineens gaat het snel. Zodra het commando ‘aanhouden’ is gegeven, formeren de vier onopvallende auto’s van het OG zich bij een stoplicht rond de grijze Skoda Fabia, die geen kant meer op kan. Nog voor de twee inzittenden enig onheil kunnen vermoeden, worden de portieren opengerukt. Wanneer Mark en Mitchell in vliegende vaart op de plek van de aanhouding arriveren, amper een minuut later, ligt de bijrijder al op zijn buik op het asfalt, de knie van een OG’er in zijn rug gedrukt om te voorkomen dat hij gekke dingen gaat doen. De jonge vrouw die zojuist nog nietsvermoedend achter het stuur zat, staat nu huilend met haar gezicht tegen een auto aan gedrukt. Aan haar voeten een paar donzige, met wit imitatiebont afgezette slippertjes. Een groepje scooterjeugd filmt het tafereel op afstand met hun mobiele telefoons.

Terwijl geüniformeerde collega’s de twee arrestanten afvoeren, ontfermen Mark en Mitchell zich over de Skoda. Uit het afgeleefde autootje ontsnapt een massieve cannabiswalm. Aan de bestuurderskant biedt een groot gat in het dashboard zicht op de bedrading. De leren bekleding rond de versnellingspook is aan de onderkant losgesneden. Maar tijd om eventueel bewijsmateriaal weg te moffelen was het duo duidelijk niet gegund. Op de bijrijdersstoel liggen drie mobiele telefoons, waaronder een ouderwetse Nokia, vermoedelijk de dealtelefoon die de jonge dealer de das heeft omgedaan. Daarnaast een joint, een gripzakje met iets dat op cannabis lijkt en een damesportefeuille met slangenprint die uitpuilt van de bankbiljetten. Op de grond, tussen de verfrommelde fastfood-wikkels en de lege blikjes energydrink, slingert een bankpas die, zo zal later blijken, toebehoort aan een van de afnemers van de dealer.

“Dat is één,” concludeert Mark zakelijk.

De jonge vrouw die zojuist nog nietsvermoedend achter het stuur zat, staat nu huilend met haar gezicht tegen een auto aan gedrukt

Een nieuwe methodiek

“Welkom op deze feestdag,” begint de teamleider van het projectteam van de politie Utrecht Zuid die middag de briefing. De tweede en laatste actiedag van onderzoek Bazooka staat op het punt van beginnen. Aanhoudingseenheden en observatieteams van politie in burger, geüniformeerde agenten, een hondenteam, een team Verborgen Ruimtes, telefoontappers, de dienst cameratoezicht, een droneteam van Defensie; iedereen staat in de startblokken om in de komende uren zoveel mogelijk Utrechtse straatdealers ‘naar binnen te trekken’.

Bazooka is het vervolg op onderzoek Aceton (beide namen ontleend aan het productieproces van cocaïne), die in dezelfde periode vorig jaar plaatsvond en die vooral het nieuws haalde onder de ludiekere naam ‘Geen witte Kerst’. Samen met de politie ontwikkelde officier van justitie Bart Nitrauw, die als eindverantwoordelijke de hele dag in het commandocentrum aanwezig is, een nieuwe methodiek om zicht te krijgen op actieve dealerlijnen in Utrecht en omstreken.

Over die methodiek wil hij logischerwijs niet veel kwijt, maar dat de aanpak effectief is, lijkt evident. De afgelopen maand werden tientallen dealtelefoons door de politie onder de tap gezet en uitgeluisterd. Daarvan zijn er sinds de eerste actiedag van Bazooka in elk geval zeven niet meer actief. De dealers die er gebruik van maakten zitten sinds die dag vast.

Vandaag, op de tweede actiedag, wordt ingezet op een soortgelijke oogst. De focus ligt op een aantal dealerlijnen die stuk voor stuk onder de tap staan en die gedurende de dag live worden uitgeluisterd. Worden er daar concrete dealerafspraken gemaakt, dan wordt direct tot actie overgegaan. Of zoals de teamleider het tijdens de briefing verwoordt: “Alles wat vandaag beweegt is af.”

Tijd om bewijsmateriaal weg te moffelen was de dealer duidelijk niet gegund

Op een groot scherm verschijnen achtereenvolgens een aantal 06-nummers, de meeste ervan met een foto van de vermoedelijke dealer die er gebruik van maakt, zijn personalia, de auto of scooter waarmee hij zich doorgaans verplaatst, een uittreksel van zijn criminele antecedenten en andere relevante informatie. Vrijwel allemaal zijn ze tussen de 18 en 25 jaar oud, een enkeling is een paar jaar ouder.

Van een van de nummers is niet voor honderd procent duidelijk wie er gebruik van maakt, maar zeker is wel dat het of om een 21-jarige jongen gaat óf om zijn 17-jarige broertje.

“Dan moet het de oudste zijn,” onderbreekt officier Bart Nitrauw met een glimlach het verhaal van de teamleider, “want die jongste heeft mij laatst op zitting nog beloofd dat hij het nooit meer zal doen.”

In de zaal wordt gelachen. Om te voorkomen dat de dealers die vandaag worden aangehouden binnen de kortste keren weer op straat rondlopen, onderstreept Nitrauw nogmaals het belang van de dealtelefoon. Wordt iemand aangehouden op een moment dat hij de dealtelefoon niet op zak of binnen handbereik heeft, dan valt bij de rechter het dealen veel moeilijker te bewijzen en wordt de verdachte vaak alleen voor drugsbezit veroordeeld. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is dan onwaarschijnlijk. Wordt iemand wel met de dealtelefoon aangehouden dan is het dealen – in elk geval voor de periode waarin de telefoon is getapt – zo goed als bewezen en draait de verdachte vrijwel zeker voor enkele maanden de bak in.

De beelden van de aanhouding van zojuist, gemaakt door een aantal scooterjongeren, staan nu al online

Dadels en base-coke

Op de plek waar de eerste dealer van de dag zojuist is klemgereden, wordt de grijze Skoda Fabia op een wagen van een bergingsbedrijf gereden en afgevoerd naar het depot waar een hondenteam en een team Verborgen Ruimtes klaar staan om het voertuig binnenstebuiten te keren. Om er zeker van te zijn dat de auto daar zonder tussenkomst van derden arriveert, rijden Mark en Mitchell erachteraan. Op zijn mobiele telefoon checkt Mitchell ondertussen de groep Utrecht Nieuws op Snapchat. Wat hij al vermoedde blijkt waar: de beelden van de aanhouding van zojuist, gemaakt door de scooterjongeren, staan al online. Inclusief close-ups van de agenten in burger die de aanhouding verrichten.

Mitchell schudt zijn hoofd en slaakt een zucht van frustratie. Hoe meer van dit soort beelden er vandaag online verschijnen, hoe groter de kans dat de actieve lijnen die live worden uitgeluisterd er het zwijgen toe zullen doen. Zijn collega Mark besluit gelijk actie te ondernemen. Hij neemt contact op met het commandocentrum om te vragen of collega’s de verdere afhandeling van de in beslag genomen Skoda kunnen overnemen. Kort daarvoor heeft hem het nieuws bereikt van een tweede dealer die elders in de stad in de boeien is geslagen. Het betreft een jongen uit een beruchte familie van wie de leden volgens Mark ‘bijna allemaal in de handel zitten’. Bij de briefing werd over hem verteld dat hij al enige tijd hoog op het verlanglijstje van politie en justitie staat, maar dat hij zo ‘extreem scherp’ is op de aanwezigheid van politie in burger, dat hij lastig te pakken is. Tot vanmiddag dus.

Verdeeld over de twee actiedagen van Onderzoek-Bazooka worden in totaal 15 straatdealers aangehouden

Nu ze hem eindelijk hebben wordt aan zijn arrestatie direct een huiszoeking gekoppeld, waarvoor Mark als vaste wijkagent de machtiging in het bezit heeft. Hoe langer de inval op zich laat wachten, hoe groter de kans dat familieleden van de dealer lucht krijgen van zijn aanhouding, en hoe kléiner de kans dat er in de woning daadwerkelijk belastend materiaal wordt aangetroffen. Zodra Marks collega’s arriveren zet hij daarom, foeterend op het drukke verkeer van de beginnende avondspits, koers richting het bewuste adres, een bovenwoning in de wijk Zuilen in het noorden van de stad, waar de OG’ers die de inval zullen doen met smart op hem zitten te wachten.

“Kijk eens aan,” zegt Mark even later wanneer het OG de deur heeft opengebroken en vastgesteld dat niemand zich in de woning bevindt. “Ze hebben het zelfs netjes voor ons klaargelegd.”

Op de keukentafel ligt een dichtgeknoopt zwart plastic zakje zonder opdruk.

“Bollen,” vermoedt Mark wanneer hij het zakje onderzoekend door zijn vingers laat gaan.

“Dadels,” corrigeert hij zichzelf lachend wanneer hij het zakje openmaakt.

Maar bij de grondige doorzoeking die volgt worden in de woning wel degelijk drugs aangetroffen. In een koffiefilter wordt een hoeveelheid cocaïne gevonden. Koffiefilters worden gebruikt bij het verwerken van snuifcocaïne – onder andere met behulp van aceton – tot base-coke, de variant die gerookt wordt. Elders in de woning worden met behulp van drugshonden nog twee plakken hasj gevonden.

“Wat heeft ie nou weer uitgevreten?” vraagt een verontruste buurvrouw die in een comfortabel huispak op het kabaal is afgekomen

Verkoopklare porties

Het is zes uur en donker. Op de velden van Sportpark Wesley Sneijder in de wijk Ondiep krioelt het van de jonge voetballertjes die bij kunstlicht hun woensdagavondtraining afwerken. Op de parkeerplaats kijken ouders – aan de ene hand een kind, in de andere een sporttas – niet op of om wanneer ze de vier onopvallende auto’s van het OG passeren.

In die auto’s loopt de spanning inmiddels op. Op een steenworp hier vandaan, in een woonwijk met bescheiden huurwoninkjes, bevindt zich het volgende doelwit van vandaag. Door een aantal getapte telefoongesprekken is men er in het commandocentrum zo goed als zeker van dat de gezochte dealer precies op dit moment bezig is met het verwerken van zijn handelswaar tot verkoopklare porties. Terwijl de leden van het flexteam de woning met de gesloten gordijnen nauwlettend in de gaten houden, bereiden de OG’ers, wachtend op hun cue, zich voor op de tweede woning-instap van de dag.

BAM!

BAM!

BAM!

Hoe hard de OG’ers ook beuken met de stormram, de voordeur lijkt er vooralsnog niet van onder de indruk.

“Wat heeft ie nou weer uitgevreten?”, vraagt een verontruste buurvrouw die in een comfortabel huispak op het kabaal in de verlaten straat is afgekomen. Ze weet te vertellen dat de woningbouwvereniging uitgerekend drie dagen eerder de hele straat van nieuwe voordeuren heeft voorzien. Daarbij is op kwaliteit blijkbaar niet bespaard.

BAM!

BAM!

BAM!

Twee OG’ers hebben zich in de steeg aan de achterzijde van de woning opgesteld om eventuele vluchters de pas af te snijden. Aan de voorkant probeert een collega intussen, door een kier tussen de gordijnen, een glimp op te vangen van wat zich in de woning afspeelt. Dan ineens wijken de gordijnen wijd uiteen en kijkt hij recht in het gezicht van de bewoner, een oudere, onverzorgde man met lang en vettig grijs haar. Op de achtergrond is nog net te zien hoe iemand halsoverkop door de achterdeur op de vlucht slaat.

“Vluchter op zwart!” alarmeert hij zijn collega’s in de afgesproken codetaal, waarop twee van hen direct een sprintje trekken om hun collega’s aan de achterzijde te assisteren.

Nog altijd weigert het slot mee te geven, maar het midden van de fonkelnieuwe deur biedt minder tegenstand. Zodra het gat groot genoeg is stormen de OG’ers naar binnen, waar ze met de nodige verbale vuilspuiterij worden opgewacht door de bewoner, een man op pantoffels en met het ingevallen gezicht van een verwoed gebruiker. Niet veel later zit hij zwijgend, met zijn beide handen op zijn achterhoofd en zijn gezicht naar de muur, op een eetkamerstoel. Op televisie is ironisch genoeg een reality-serie bezig over het werk van de Engelse politie. Op de salontafel ligt een base-pijp.

“Er komt straks een drugshond naar binnen om de woning te doorzoeken,” zegt agent Mark, die kort na de OG’ers ter plaatse is gearriveerd.

“Maakt mij niet uit,” zegt de man. “Er ligt hier niets.”

“Oh nee?”, vraagt Mark verbaasd, terwijl hij een blik over zijn linkerschouder werpt. Je hoeft bepaald geen drugshond te zijn om hier bewijsmateriaal te vinden. De in alle haast achtergelaten bolletjes en ponypacks liggen pontificaal op de keukentafel, omringd door sporen van wit poeder. Toch is de bewoner van het huis duidelijk niet de man die vandaag wordt gezocht.

Hoogstwaarschijnlijk stelt hij alleen zijn woning beschikbaar in ruil voor drugs. De gezochte dealer ligt inmiddels plat op zijn buik in de achtertuin van de buren, zijn gezicht op de koude tuintegels. Erg onder de indruk van zijn aanhouding lijkt hij niet. “Voor mij tien anderen,” zegt hij tegen de OG’er die bovenop hem zit.

De in alle haast achtergelaten bolletjes en ponypacks liggen pontificaal op de keukentafel, omringd door sporen van wit poeder

De balans

Het is half tien ‘s avonds wanneer de telefoontappers in het commandocentrum aan de Marco Pololaan concluderen dat geen van de dealerlijnen waarmee ze de dag begonnen nog actief is. In een kantoortje maakt officier van justitie Bart Nitrauw de balans op.

In totaal zijn er vandaag acht dealers aangehouden. Bijna allemaal hadden ze de dealtelefoon op zak of binnen handbereik. Nitrauw heeft er daarom alle vertrouwen in dat de rechter straks, bij de snelrechtzitting, het dealen bewezen zal achten. Genoeg voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minstens drie of vier maanden per dealer. Toch zal hij de politie nog opdracht geven om, naast het al verzamelde bewijs, een aantal getuigenverklaringen van hun klanten te verzamelen. In combinatie met de historische verkeersgegevens van de dealtelefoons kan zo mogelijk een aanzienlijk langere dealperiode worden bewezen.

Terwijl de officier nog driftig zit te tikken lopen er steeds meer agenten langs zijn open deur, op weg naar huis.

“Fijne avond, Bart!”

“Fijne avond!”

Een van hen houdt halt en steekt zijn hoofd kort naar binnen. Een glimlach van oor tot oor. “Hé Bart, waarom doen we dit eigenlijk niet elke dag?”  

Officier van justitie Bart Nitrauw. Foto: Angeliek de Jonge

'Jarenlang is er in Utrecht veel te weinig gedaan om dit soort jongens aan te pakken. Door acties als deze is dat tegenwoordig wel anders'

'Dit schrikt af'

Verdeeld over twee actiedagen werden tijdens onderzoek Bazooka vijftien straatdealers aangehouden. Het merendeel van hen stond twee weken na hun aanhouding voor de politierechter. Met uitzondering van een van hen, die door langere gevangenhouding zijn vaste baan zou verliezen, werden zij allemaal veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen variërend van tien tot twee maanden. Hoewel de straffen in alle gevallen aanzienlijk lager uitvielen dan de eis, toont officier van justitie Bart Nitrauw zich tevreden met het resultaat. 

“Alle verdachten die wij tot nu toe voor de rechter hebben gebracht zijn veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Natuurlijk kunnen dingen altijd beter, daar blijven we ook aan werken, maar de methodiek is succesvol. We weten de dealers te vinden, en we weten ook het bewijs te genereren dat nodig is om ze veroordeeld te krijgen. Wat je helaas wel ziet is dat er bij de eerste snelrechtzitting door de rechter heel anders naar de aanvullende getuigenverklaringen van de afnemers is gekeken, dan bij de tweede zitting. Bij die eerste werd daarom in veel gevallen een dealperiode bewezen geacht die langer was dan de maand waarin de dealtelefoons onder de tap stonden. Bij de tweede zitting, waar grotendeels dezelfde soort verklaringen op tafel lagen, vond de rechter het bewijs te mager om een langere dealperiode bewezen te kunnen verklaren. Dat is opvallend. Je kunt een actie nog zo mooi optuigen, maar dat soort zaken hebben we helaas niet in de hand. De ene rechter is de andere niet.”

Gaat het OM in appel?

“Ik denk het niet. Je moet van te voren altijd goed bedenken wat je precies wilt bereiken met zo’n actie. Alle capaciteit is beperkt. Dat betekent dat je keuzes moet maken. Kort door de bocht gezegd: pak je één dealer voor een lange pleegperiode of pak je meer dealers voor een kortere pleegperiode en dus een lagere straf? Gaan we die capaciteit inzetten om één of twee van dit soort jongens maximaal aan te pakken, of kiezen we ervoor om zoveel mogelijk dealers van de straat te halen? Natuurlijk kun je zo’n jongen ook een half jaar onder de tap zetten, dan wordt hij zo goed als zeker veroordeeld tot een aanzienlijk langere gevangenisstraf, maar het zou ook betekenen dat veel andere dealers de dans ontspringen. Dat is de keerzijde. Bij een actie als Bazooka kiezen we er daarom voor om diezelfde capaciteit te verdelen over zoveel mogelijk straatdealers. Kwantiteit dus, maar met voldoende kwaliteit om een signaal af te geven. Dat signaal is, naar de dealers zelf, maar zeker ook naar jongeren in hun omgeving die wellicht met soortgelijke plannen rondlopen: we hebben jullie in de gaten. Stop hiermee want dit blijft niet ongestraft. Met de vonnissen zoals die er nu liggen dragen we bij aan dat doel.”

Ben je niet bang dat veel van deze jongens na drie of vier maanden zitten de draad gewoon weer oppakken?

“Die zijn er ongetwijfeld. De echte boeven, de jongens die heel bewust voor een crimineel bestaan kiezen, zullen zich door acties en straffen als deze niet op andere gedachten laten brengen. Maar heel veel andere jongens wel. Er zitten ook zat ‘normale’ jongens tussen die het af en toe wegbrengen van zo’n pakketje als een leuke bijverdienste zien. Jongens zonder noemenswaardig strafblad, die nog gewoon naar school gaan en een prima vooruitzicht hebben, maar die door dit soort praktijken de criminaliteit in worden gezogen. Die jongens kunnen we nog wel bereiken. En op hen maakt een celstraf van drie maanden echt wel indruk. Die zullen dit niet zo snel nog eens doen, daar ben ik van overtuigd. Dit schrikt af. En je moet ook niet vergeten: vroeger deden we dit nauwelijks. Jarenlang is er in Utrecht veel te weinig gedaan om dit soort jongens aan te pakken. Natuurlijk werd er zo nu en dan wel een onderzoek gedraaid op een dealer die dan voor langere tijd werd opgesloten, maar veel vaker ging het om jongens die min of meer toevallig tegen de lamp liepen met vijftig bolletjes op zak. En omdat er vervolgens geen capaciteit was om een dealeronderzoek op te starten, werd zo’n jongen meestal alleen veroordeeld voor drugsbezit. Niet voor het dealen ervan. Ze kwamen er vaak van af met een geldboete of een werkstrafje. Dealers in Utrecht wisten dat ook. De pakkans was klein, de straffen laag. Dat was jarenlang het sentiment. En dus was het simpelweg te interessant om drugs te gaan dealen. Makkelijk en snel geld, met een lage pakkans en een boekenbon als straf. De drempel om in te stappen was laag. Waarom zou je dan vakken gaan vullen bij de Albert Heijn voor een minimumloon? Door acties als deze is dat tegenwoordig wel anders.”

Blijft het bij alleen afstraffen?

“Zeker niet. Bij zo’n actie als Bazooka wordt ook heel nadrukkelijk verbinding gezocht met het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum, red.) en met het programma Straatwaarde(n), een integraal samenwerkingsproject van de Veiligheidscoalitie Midden-Nederland. Dat programma is er specifiek op gericht om te voorkomen dat jongeren zich inlaten met drugscriminaliteit en daarin doorgroeien. Ook Kapot Sterk, het lesprogramma voor basisscholen waarbij we kinderen leren de juiste keuzes te maken met betrekking tot drugscriminaliteit, maakt daar deel van uit. En natuurlijk blijven ook de kopers niet buiten schot. Zij houden de handel in stand. Veel afnemers van de dealers die tijdens Bazooka in beeld kwamen hebben daarom een sms-bericht ontvangen met een link naar een speciale website over hulpverlening op het gebied van schulden en verslavingsproblematiek. Ook dat helpt.”