Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

Herstelbemiddeling, mediation in strafzaken en strafrecht

Slachtoffers en daders hebben baat bij een passende straf die uit de rechtszaal rolt. Vaak zijn ze nog meer geholpen als ze zelf actief aan herstelrecht bijdragen. Over de verschillen en kansen van herstelbemiddeling, mediation in strafzaken en strafrecht. “Ze vullen elkaar mooi aan.”

Wanhopig voelde Ata zich. De twee jaar die de uit Iran gevluchte asielzoeker vanaf 2015 in het asielzoekerscentrum verbleef, vond hij al heel zwaar. Maar er knapt iets als Ata hoort dat hij niet in Nederland mag blijven. “Terug op mijn kamer in het asielzoekerscentrum, kreeg ik het te kwaad. Ik voelde me alleen, niemand begreep me. Ik wilde rust en dronk alcohol om te kunnen slapen. Dat lukte niet. Toen besefte ik dat ik niet meer wilde leven. Ik stak allemaal spullen in brand, inclusief mezelf.”

De Iraniër doet zijn verhaal tegen tientallen vertegenwoordigers van politie, OM, Slachtofferhulp Nederland, Reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, Ministerie van J&V, gevangenissen, jeugdinrichtingen, Rechtspraak, Stichting Exodus, Fonds Slachtofferhulp. Allemaal kijken en luisteren ze vanachter hun smartphone, tablet of computer naar Ata’s verhaal. Ata spreekt tijdens de ‘online belevingsdag’ op 22 november van Perspectief Herstelbemiddeling. Die organisatie brengt slachtoffers en daders na een ingrijpende gebeurtenis zoals een misdrijf of verkeersongeval met elkaar in contact, als beiden dat willen.

Ata overleeft de brand. Niet veel later wordt hij gearresteerd voor brandstichting, waarvoor hij uiteindelijk een jaar celstraf zal uitzitten. In de cel heeft hij tijd om over zijn daad na te denken. De spijt over wat hij heeft aangericht groeit met de dag. “Fysiek hadden de mensen van het AZC geen schade overgehouden aan de brand, maar ze waren enorm geschrokken. Ik nam me voor om direct na mijn vrijlating naar het Centraal Orgaan Asielzoekers te gaan. Om te vertellen waarom ik het had gedaan en om mijn excuses aan te bieden.”

Als Ata vrijkomt, weet hij nog niet van het bestaan van Perspectief Herstelbemiddeling. Maar zijn reclasseringsmedewerker weet dat wel en stuurt Ata door naar Perspectief Herstelbemiddeling. Perspectief zet niet zomaar daders en slachtoffers bij elkaar. Eerst gaat de organisatie na of medewerkers van het COA het excuus van Ata wel willen aanhoren. Niemand van het COA heeft daar behoefte aan, op één vrouw na. Na een periode van voorbereiding en het maken van afspraken, is het zo ver. Ata – met lood in zijn schoenen – zit tegenover de medewerkster van het COA, die als steun ook haar man heeft meegenomen. Een bemiddelaar van Perspectief leidt het gesprek.

Het gesprek neemt direct een voor Ata onverwachte wending. “Die vrouw van het COA, die bleek zélf al die tijd gepiekerd te hebben. Ze vroeg zich af wat zij toch verkeerd had gedaan dat mij tot mijn daad had gebracht. Keer op keer vertelde ik het haar: ‘Het was niet jouw fout. Jij hebt je best gedaan en kon er helemaal niets aan doen. Ik heb de fout gemaakt, ik ben degene die excuses moet aanbieden en ik kan alleen maar hopen dat jij die kunt accepteren’.”

Dat kan de COA-medewerker. Meer dan dat zelfs: ze vergeeft Ata. “Het was voor mij heel belangrijk dat iemand mij kon vergeven. Veel mensen wilden niet met me praten en dat respecteer ik ook, al ben ik voor hen nog steeds op zoek naar een andere manier om iets terug te doen. Of ik het mezelf vergeven heb? Ik doe mijn best, maar voel me nog steeds schuldig. Wat ik gedaan heb, zal me bijblijven en kan ik niet negeren. Wel ging ik na het herstelbemiddelingsgesprek, net als de vrouw van het COA, heel blij naar huis. Ook nu ben ik zo blij dat ik jullie dit mag vertellen.”

Verschillende vormen van herstelrecht 

Hoewel Herstelbemiddeling al langer bestaat dan Mediation in Strafzaken, is het misschien nog een wat onbekend fenomeen. Dat is precies de reden waarom Perspectief Herstelbemiddeling voor ketenpartners haar ‘belevingsdagen’ houdt, zegt de directeur van Perspectief Herstelbemiddeling, Nathalie de la Cousine. Het is goed om de verschillen tussen de twee vormen van herstelrecht helder te hebben, meent ze. Die staan op een rij op een infoblad dat alle betrokkenen onlangs samen hebben opgesteld.

Nathalie de la Cousine, directeur Perspectief Herstelbemiddeling: ‘Door onze uitleg zie je de schroom verdwijnen.’

Mediation in strafzaken is alleen mogelijk in de vervolgingsen berechtingsfase. Hoewel alleen een officier van justitie of rechter naar mediation kan verwijzen, kan het initiatief bijvoorbeeld ook van politie, reclassering of slachtofferadvocaten komen. De Raad voor de Kinderbescherming kan zaken zelfs rechtstreeks aanmelden bij het mediationbureau. Mediation start zodra beide partijen instemmen. Het vindt plaats gedurende een afgebakende periode (richtlijn: zes weken) en wordt begeleid door twee geregistreerde strafmediators. Contact tussen verdachte en slachtoffer vindt plaats via een gesprek. Mediation vindt plaats in een gerechtsgebouw. Afspraken over gedrag en schade worden meestal vastgelegd in een slotovereenkomst, die wordt toegevoegd aan het strafdossier. De officier van justitie of rechter houdt rekening met de uitkomst van mediation (art 51h Sv). Bij het mediationgesprek kunnen ouders of (professionele) vertrouwenspersonen aanwezig zijn.

Van mediation in strafzaken bestaan veel voorbeelden, zoals in de infobladen die te vinden zijn op de OM-site.

Het grote verschil met herstelbemiddeling is dat de officieren of rechters geslaagde mediationgesprekken meewegen in hun eis of vonnis. Iedere zaak is anders, maar vaak zie je dat ook menige dader behoefte heeft aan herstel, en dat bij slachtoffers na mediation een last van de schouders is gevallen.

Herstelbemiddeling maakt geen onderdeel uit van het strafproces en kan daardoor altijd. Is sprake van de vervolgings- of berechtingsfase, dan is bemiddeling pas mogelijk nadat mediation is onderzocht en niet mogelijk of gewenst gebleken. Slachtoffers, verdachten, veroorzakers of veroordeelden kunnen zichzelf (online) aanmelden en alle professionals die toestemming hebben van hun cliënt. Herstelbemiddeling start met de aanmelding van één gemotiveerde partij. Zij is niet aan doorlooptijd gebonden en wordt begeleid door een bemiddelaar. Behalve een gesprek zijn ook andere vormen van contact mogelijk, zoals een briefwisseling, pendel-bemiddeling of groepsherstelbijeenkomst. Contact tussen betrokkenen vindt plaats op locaties die deelnemers bepalen, in afstemming met de bemiddelaar. Een inhoudelijk verslag dat met derden gedeeld kan worden, is mogelijk als deelnemers dit zelf wensen. Behalve slachtoffer en verdachte/dader kunnen ook mensen uit het eigen netwerk of professionele hulpverleners in het traject worden betrokken.

Nivea!

Bemiddelaars van Perspectief bereiden de deelnemers voor. Dat gaat zeer gedetailleerd, zo vertellen ze hun toehoorders op de belevingsdag. Met slachtoffers en daders wordt vooraf overlegd. Waar houden we het gesprek? Wie is daar als eerste aanwezig? Geef je de ander een hand? Hoe zie je het gesprek voor je? Welke verwachtingen heb je? Wat doen we als in het gesprek hevige emoties ontstaan? Kunnen we dan een time-out nemen? Wie gaat na het gesprek als eerste weg? En wat doe je als je elkaar later nog ziet, zeg je elkaar dan gedag? “Letterlijk overal kunnen afspraken over worden gemaakt.”

Nathalie de la Cousine. “Dat mag planmatig en sturend klinken, maar de bemiddelaar is vooral faciliterend. ‘Nivea!’, klinkt het onder onze bemiddelaars vaak: Niet invullen voor een ander! Het zijn daders en slachtoffers die bepalen waarover zij spreken. De déélnemers bepalen wat zij zeggen en welke afspraken zij eventueel maken. Een bemiddeling is succesvol als zij die als succesvol ervaren. ‘Sorry’ is fijn en verzoening prachtig – maar vaak zijn deelnemers al tevreden als ze elkaar onder ogen hebben durven komen en hun verhaal hebben kunnen doen. Of blij dat ze antwoorden op vragen krijgen: ‘Waarom werd ík slachtoffer?’”

Geen therapie

Er is wel een ondergrens. Als een bemiddelaar in voorbereidende gesprekken merkt dat bij de dader geen enkele bereidheid bestaat om zelfs maar de minste verantwoordelijkheid voor zijn handelen te dragen, heeft een bemiddelingsgesprek weinig zin.

Een bovengrens is er ook. Bemiddelaars steken uren in hun zaken. Na een bemiddelingsgesprek bellen ze deelnemers nog eens op om te vragen hoe ze het gesprek hebben ervaren. “Maar in de regel houden we het bij dat ene bemiddelingsgesprek. We schieten niet in een therapeutische rol.”

Marjolein Hoogland, plaatsvervangend hoofdofficier en landelijk portefeuillehouder Slachtofferrechten: ‘Mediation en herstelbemiddeling schaden de strafzaak niet.’

Hoewel de rol van het OM bij herstelbemiddeling kleiner is dan bij mediation in strafzaken, ziet Perspectief-directeur De la Cousine graag een actief OM. Niet alleen omdat het Wetboek van strafvordering bemiddeling gewoon noemt, maar met name ook omdat het OM slachtoffers en verdachten kan wijzen op de mogelijkheden van bemiddeling. Daarmee bevordert het OM rechtsherstel en resocialisatie. Slachtoffers durven weer mee te doen in de maatschappij, daders mogen het weer.

Waarheidsvinding

Marjolein Hoogland, plaatsvervangend hoofdofficier in Den Haag en landelijk portefeuillehouder Slachtofferrechten, ziet de positieve kanten van herstelrecht. “Herstelbemiddeling en mediation in strafzaken vormen mooie aanvullingen op wat het strafrecht vermag,” zegt Hoogland. “Laatst woonde ik in de rechtbank een mediationgesprek bij. Toen iemand daarin een getuigenverklaring uit de tas trok, veerde ik als officier direct op: kom maar óp met die verklaring, dacht ik. Maar de mediator liet direct weten er niet in geïnteresseerd te zijn. Want mediation, en herstelbemiddeling, gaat niet primair om waarheidsvinding, maar om de gevolgen van een gebeurtenis en om hoe het belééfd wordt. Partijen proberen er met elkaar uit te komen, dan helpt een getuigenverklaring natuurlijk helemaal niet. Dat was goed om dat zelf te ervaren.”

Misschien, zo vermoedt Marjolein Hoogland, verklaart die gerichtheid op waarheidsvinding waarom OM’ers niet altijd aan herstelbemiddeling of mediation denken. Er is wellicht nog wat te weinig kennis over. “En dan vrezen OM’ers misschien dat bemiddeling en mediation hun strafzaak kunnen schaden. Mogelijk vinden ze herstelrecht vooral een zaak tussen slachtoffer en dader – en omdat daarin de nadruk op hulpverlening ligt, zou je daar als OM’er dan weg horen te blijven. Maar dat hoeft helemaal niet. Mediation en herstelbemiddeling schaden de strafzaak niet. Ze komen niet in de plaats van de strafzaak. Het is iets wat extra kan.”

Die analyse van de plaatsvervangend hoofdofficier wordt onderschreven door Nathalie de la Cousine: “Wij merken bij Perspectief altijd dat OM’ers en rechters positiever worden als wij uitleggen hoe we werken. We leggen uit dat onze deskundige bemiddelaars geen ‘gekke dingen’ doen, maar heel zorgvuldig te werk gaan. Verwachtingen worden van tevoren afgestemd en partijen worden goed geïnformeerd. We werken samen met de mediationbureaus. Wij omarmen het strafrecht, maar gaan er niet doorheen en doen zelf niet aan waarheidsvinding. Door die uitleg zie je de schroom verdwijnen.”

Hoogland is voorstander van de twee vormen van herstelrecht. “Ook de uitkomst van strafzaak kan bij slachtoffers een gevoel van herstel geven, maar mediation en bemiddeling kunnen gewoon dingen die het OM niet kan, of die niet tot de taak van het OM behoren. Bovendien is het niet zo dat elke zaak waarin het OM betrokken wordt, tot een vervolging leidt. Als je dan ziet dat er wel een herstelbehoefte is, kan je verwijzen.”

Judith Uitermark, senior rechter en landelijk coördinator Mediation in strafzaken: ‘Een open oog voor herstelrecht hoort bij ons werk.’

Hoe prettig

Juist voor mensen bij politie, OM en Rechtspraak zijn afwegingen rond het aanbieden van mediation en herstelbemiddeling soms lastig. Zíj zijn immers de professionals, opgeleid en aangenomen om te handelen, optreden, oordelen en beslissen. Het sluipt er zo maar in dat ze met de beste bedoelingen te veel voor het slachtoffer gaan denken: ‘Nou, die mishandeling was voor het slachtoffer al erg genoeg, ik ga haar niet ook nog eens in een ruimte tegenover de dader zetten.’

Maar onderschat slachtoffers niet, zegt Judith Uitermark, senior rechter en landelijk coördinator Mediation in strafzaken. “Wijs hen in lopende strafzaken gewoon op de mogelijkheid van mediation en vertel hen daarbuiten over herstelbemiddeling. Dan kunnen slachtoffers zelf aangeven of ze daar behoefte aan hebben. Bij hen spelen vaak motieven en zorgen die wij niet kennen, en vragen die wij niet stellen. Die processen worden zorgvuldig voorbereid en een slachtoffer kan gaandeweg alsnog aangeven van een gesprek af te willen zien, óók als de dader ondertussen wel wil mediaten en excuus wil aanbieden. Hoe prettig kan het dan voor een slachtoffer niet zijn om te zeggen: ‘Prima dat hij zo’n gesprek wil, maar ik werk er mooi niet aan mee!’ Dat is ook empowerment!”

Laat het slachtoffer invullen welke behoefte aan herstel er is, zegt Uitermark. Maar, voegt ze direct toe: “Wat die behoefte is, is nog niet zo eenvoudig vast te stellen. Sommige slachtoffers slaan direct het aanbod af, als de politie hen vroegtijdig wijst op mogelijkheden van mediation en herstelbemiddeling. Pas later beseffen ze dat ze het wél willen. Dan kan het zeer helpen als officieren en rechters over een fijne antenne beschikken en de goede vragen stellen. Een open oog voor herstel hoort bij ons werk.”

Goede samenwerking

Uitermark, De la Cousine en Hoogland benadrukken het belang van een goede samenwerking. De manier waarop het strafrecht en beide vormen van herstelrecht elkaar aanvullen, is in het belang van slachtoffers en verdachten. Natuurlijk is strafrecht waardevol, zegt Judith Uitermark. “Maar strafrecht is in belangrijke mate een afrekening met wat er in het verleden is voorgevallen, terwijl voor slachtoffers en daders het belang ook heel erg in de toekomst kan zitten: hoe kunnen ze verder na wat er gebeurd is. Strafrecht is publiekrecht: de overheid bemoeit zich met burgers om te voorkómen dat tussen die burgers eigenrichting ontstaat. Mediation en herstelbemiddeling zijn privaatrechtelijke middelen tussen burgers, waarbij de mediationovereenkomst wel door OM en Rechtspraak kan worden meegewogen in de strafzaak. Het is juist eigentijds en waardevol dat burgers die dat willen, ook zelf actief kunnen participeren.”