Tekst Jochem Davidse
Foto Loes van der Meer, TV Rijnmond en Douane Rotterdam
'Er is weleens een weekend waarin ik niet word gebeld'
Nicolle Coenen is dé HARC-officier; de enige officier van justitie die deel uitmaakt van het Hit And Run Cargo-team, het samenwerkingsverband van Douane, FIOD, zeehavenpolitie en het Openbaar Ministerie. Wanneer er in de haven van Rotterdam een partij cocaïne wordt gevonden, of een aantal uithalers tegen de lamp loopt, dan rinkelt bij haar de telefoon. En dat gebeurde in het recordjaar 2021 nogal eens...
Geen toepasselijker plek om Nicolle Coenen te interviewen dan in de Rotterdamse haven, met uitzicht op zo’n eindeloze containerzee en een horizon vol kranen en ander zwaar materieel. Maar helaas, zelfs voor de HARC-officier van AP Rotterdam is het haventerrein in tijden van corona een plek waar ze zelden komt. Sinds haar aantreden in maart 2020, dat ongelukkigerwijs exact samenviel met de uitbraak van de pandemie, precies twee keer, vertelt ze aan een inwisselbare vergadertafel van het parket aan de Maas. Maar een saaie baan is het allesbehalve. Corona of niet, in de haven van Rotterdam werd ook afgelopen jaar weer meer cocaïne onderschept dan ooit. “Er is weleens een weekend waarin ik niet word gebeld, zeg maar,” duidt Coenen de werkdruk met een glimlach. De aard en de dynamiek van het werk zijn haar op het lijf geschreven.
Voordat ze vijftien jaar geleden officier van justitie werd, was ze werkzaam voor de Tweede Kamer, waar ze onder andere deel uitmaakte van de kernstaf van de Commissie Van Traa, de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden. Na twee jaar in Amsterdam als officier te hebben gewerkt, stapte ze over naar AP Den Haag, waar ze veel liquidatieonderzoeken deed, waaronder ook het omvangrijke Eris-onderzoek naar de vermeende moordcommando’s van de inmiddels verboden motorclub Caloh Wagoh. Vrijwel allemaal zaken die direct of indirect voortvloeiden uit de internationale cocaïnehandel.
“Dat vind ik wel mooi aan deze functie,” zegt Coenen, “dat ik nu eindelijk eens aan de voorkant zit van al die ellende die ik in eerdere functies over me heen heb gekregen. Het is in principe hetzelfde wereldje, maar dan wel een heel ander deel ervan. Nu is het vooral mijn taak om de handel te frustreren door al die coke te onderscheppen.”
Afgaand op de resultaten van het HARC-team, dat onlangs zijn 25-jarig bestaan vierde, lijkt dat frustreren aardig te lukken. Ging het jaar 2020 met meer dan 40.000 kilo aan onderschepte cocaïne al de boeken in als een absoluut recordjaar, het jaar 2021 doet daar nog een flinke schep bovenop. Op het moment dat Opportuun tegenover officier Coenen zit, is het jaar amper elf maanden oud, en is de teller de 60.000 kilo al ruimschoots gepasseerd.
Al die vangsten, zijn dat voor jou nog steeds juichmomenten of onderstrepen ze meer en meer het gevoel van dweilen met de kraan open?
“Elke kilo die we onderscheppen, is er eentje minder voor de handel. En een frustratie meer voor de criminelen die er verantwoordelijk voor zijn. Zo zie ik het. Natuurlijk zijn dat nog steeds juichmomenten. Anders zou ik dit werk niet kunnen doen. Dan had ik de motivatie er niet voor. Zoals laatst met die recordvangst van ruim vierduizend kilo, dat is toch prachtig? Reken maar dat ik toen heb staan juichen.”
Kun je globaal iets zeggen over hoe zo’n vondst tot stand komt?
“Dat verschilt. De meeste vondsten worden gedaan naar aanleiding van informatie die door internationale samenwerking bij de Douane binnenkomt, maar het kan ook informatie zijn die afkomstig is uit een ander lopend onderzoek of uit een rechtshulpverzoek. Komt daaruit een verdachte container naar voren, dan vindt er een zogenaamde A-selectie plaats. Daarbij wordt een container gescand, uitgepakt én met honden doorzocht. Soms is de informatie veel minder specifiek. Dan wordt er bijvoorbeeld met honden over zo’n gigantisch schip gelopen en is het wachten tot ze aanslaan. Daarnaast heb je nog de pincodefraude- zaken. Om toegang te krijgen tot de terminal, en om een bepaalde container te mogen ophalen, heb je als chauffeur een specifieke code nodig. Daar wordt mee gefraudeerd. Als we dat tijdig ontdekken, dus voordat de chauffeur met de container vertrokken is, dan treffen we over het algemeen ook cocaïne aan. En dan heb je nog de uithalers. Wanneer die ineens in groten getale op het haventerrein actief zijn, dan is dat voor ons ook een indicatie. Dan valt er blijkbaar iets te halen.”
Over die uithalers wordt veel gezegd en geschreven. Ze worden bij bosjes aangehouden, maar zelden met drugs op zak. Wat doen zij precies?
“Om een partij drugs ongemerkt van het haventerrein af te krijgen worden verschillende methodes gebruikt. Een daarvan is de zogenoemde ‘switch-methode’, waarbij door uithalers de drugs van de ene naar de andere container worden verplaatst om de controle te omzeilen. Meestal gaat het om containers vol fruit of andere versproducten uit Midden-Amerika, waar in de haven van herkomst tassen vol drugs zijn bijgeplaatst. Vanwege de vaak beperkte houdbaarheid van de inhoud moeten dat soort containers snel door de douane, wat betekent dat uithalers ook beperkt de tijd hebben om de drugs te verplaatsen naar een andere container. Bij voorkeur eentje met herkomst en bestemming binnen Europa, want die worden in principe niet gecontroleerd. Wanneer het een partij betreft van honderden, of zelfs duizenden kilo’s, dan heb je daar al snel een hoop handjes voor nodig. Afgelopen september zagen we dat heel duidelijk. In amper twee weken tijd hielden we 125 uithalers aan. Allemaal jongens tussen de 18 en 26 jaar, en bijna allemaal uit Rotterdam-Zuid.”
Die allemaal met een boete van 95 euro naar huis werden gestuurd.
“Vaak wel, ja. Helaas. Veel meer konden we juridisch niet. Dat maakt op die jongens natuurlijk totaal geen indruk. Die zijn een paar dagen later al weer terug in de haven. Met de nieuwe uithalerswet die onlangs is aangenomen, is het onbevoegd betreden van het haventerrein niet langer een overtreding meer, maar een misdrijf. Daar zijn we echt heel blij mee. Het biedt ons veel meer slagkracht. Zeker wanneer er sprake is van verzwarende omstandigheden omdat ze ook nog eens drugs bij zich hebben, of bepaald gereedschap, of een telefoon met belastend bewijs. Op basis van de nieuwe wet kunnen we hen voortaan in voorlopige hechtenis nemen en dus ook op de SSR (supersnelrecht, red.) zetten. Zo kunnen ze meteen worden afgestraft. Voor first offenders zullen die straffen dan ook nog wel meevallen, maar de jongens die vrijwel wekelijks worden aangehouden in de haven, en die zijn er, zullen voortaan echt anders worden bestraft, hoop ik.”
“Een ander lichtpuntje is dat het ons steeds vaker begint te lukken om jongens die zonder drugs worden aangetroffen toch veroordeeld te krijgen voor 10a, het treffen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van drugs. Ik heb momenteel een aantal van dat soort zaken in appel waarover het hof zich in februari zal buigen. Mocht men oordelen dat er ook in die gevallen sprake is van strafbare voorbereidingshandelingen, dan helpt ons dat enorm. Dat zou een volgend juichmomentje zijn. Al is het ook dan nog maar zeer de vraag in hoeverre deze jongens zich laten afschrikken door de hoogte van de straffen. Ook bij de straffen die worden opgelegd aan jongens die wél met drugs worden aangehouden kun je de nodige vraagtekens zetten.”
Die straffen zijn te laag?
“Vaak wel, vind ik. Ik had onlangs nog een zaak waarbij vier jonge gasten in een container waren aangetroffen met 800 kilo cocaïne. Die kregen ieder twee jaar onvoorwaardelijk. Voor 800 kilo. Ik vind dat lastig uit te leggen. Mijn eis was vier jaar cel waarvan één voorwaardelijk plus een gedragsaanwijzing. Dat laatste betekent in de praktijk een gebiedsverbod voor de haven. Voor elke overtreding daarvan moeten ze dan een maand de cel in. Uiteindelijk heeft de rechtbank die gedragsaanwijzing slechts in één geval opgelegd. Ik vind dat onbegrijpelijk. Hoe jong ze ook mogen zijn, en hoe laag ze binnen zo’n criminele organisatie – want daar maken ze wat mij betreft zeker deel van uit – ook mogen staan, ze spelen in het hele proces wel een essentiële rol. Zonder hen krijgt een organisatie die drugs niet in handen. De richtlijnen van het OM zijn daar ook naar, maar als ik de uitspraken in dit soort zaken zie, dan concludeer ik dat de rechtbank de rol van uithalers veel kleiner acht. Te klein, als je het mij vraagt.”
Zijn er naast het strafrecht ook andere manieren om uithalers en potentiële uithalers op andere gedachten te brengen?
“Er zijn verschillende preventieve projecten waarin we hen proberen te wijzen op de werkwijze van dit soort organisaties en op de consequenties van hun keuzes. Dat je zoiets niet één keer kunt doen, omdat ze je daarna altijd weten te vinden. Dat je er nooit meer uit komt, maar mijn ervaring is dat hen dat meestal buitengewoon weinig interesseert. Dat zal de leeftijd zijn. Onlangs hebben we nog vijf miljoen extra van het rijk gekregen voor het bestrijden van ondermijning in de Rotterdamse haven. Een aanzienlijk deel daarvan gaat naar preventie. Onder andere naar een denktank die zich specifiek gaat richten op jongeren in Rotterdam-Zuid. Hoe kunnen we die jongens bereiken en hoe voorkomen we dat zij hierbij betrokken raken? Dat valt niet mee. Ik had een paar weken geleden een jongen van 18 jaar op zitting die 35 kilo cocaïne had uitgehaald. Een klus waar hij naar eigen zeggen 70.000 euro voor kreeg. 2000 euro per kilo. Ik bedoel maar, die jongens krijgen zo verschrikkelijk veel geld aangeboden om dit te doen, dat een project om ze naar een opleiding en werk te begeleiden meestal weinig indruk maakt. Dan zullen we toch echt met betere ideeën moeten komen.”
Hoe weet een uithaler op zo’n immense terminal met vele tienduizenden containers eigenlijk precies die ene container te vinden?
“Dat heb ik mij ook vaak afgevraagd. Door het werk dat ik doe weet ik inmiddels best het een en ander over de logistiek in de haven, maar ik zou het niet kunnen. Ze moeten daarbij hulp krijgen van binnenuit. Dat kan niet anders.”
Ligt de sleutel tot succes dan niet veel meer bij de bestrijding van corruptie?
“Ook daar doen we al heel veel, zowel preventief als repressief, maar ook dat is niet eenvoudig. In principe is iedereen met een toegangspas van de haven een potentieel doelwit voor criminelen. Dan heb je het over 180.000 mensen. Havenwerkers die na hun werk staan te tanken, met de jas van hun werkgever nog aan, worden soms door wildvreemden aangesproken en verleid om tegen betaling hun pas een dag uit te lenen. Sommigen worden zelfs dagenlang gevolgd, tot aan de sportschool en de school van hun kinderen aan toe. En onder druk gezet. Naar het schijnt wordt er voor het uitlenen van zo’n pas tussen de vijf- en de tienduizend euro betaald. Dat is snel verdiend. Maar ook hier geldt: heb je het eenmaal gedaan dan ben je de klos. Dan ben je chantabel, dan kun je niet meer terug. Door samen te werken met havenbedrijven en door allerlei voorlichtingscampagnes, met name vanuit het programma Integere Haven, wordt geprobeerd om havenwerkers daarvan bewust te maken, en om hen alert te maken op mogelijke signalen. Collega’s die buiten hun werktijden ineens op het werk verschijnen, collega’s die vragen stellen die niet bij hun functie lijken te passen... Maar corruptie valt nauwelijks uit te bannen. Als we het zien, dat er gesjoemeld wordt met toegangspassen of dat medewerkers onbevoegden mee proberen te smokkelen in de kofferbak van hun auto, dan grijpen we keihard in. Maar we zien lang niet alles.”
Datzelfde geldt voor de drugs: je weet tot op de gram nauwkeurig wat er gevonden wordt, maar heb je ook een idee van wat er allemaal niet wordt gevonden?
“Daar hebben we uiteraard geen concreet beeld bij, maar er zijn wel indicaties. Bij pinpasfraude-zaken die we te laat ontdekken, vinden we vaak wel de betreffende container terug. Als de drugshonden daar vervolgens op aanslaan dan weet je dat je iets hebt gemist, maar wat en hoeveel, daar kom je nooit meer achter. Een andere indicatie is de straatwaarde van cocaïne. Die is al jaren hetzelfde. Je zou hopen dat, wanneer je de ene recordvangst na de andere doet, die prijs in rap tempo oploopt, maar dat is niet het geval. Blijkbaar komt er dus nog altijd meer dan genoeg wel doorheen. Zo eerlijk moet je zijn. Hetzelfde geldt voor heroïne. We weten dat er nog altijd een hoop mensen zijn die het gebruiken, maar toch vinden wij het praktisch nooit. Met andere woorden: we missen het.”
Desondanks was het jaar 2021 uitgedrukt in kilo’s weer een absoluut recordjaar voor het HARC-team. Het zoveelste op rij. Hoop je dat 2022 weer een recordjaar wordt, of hoop je dat juist niet?
“Wat mij betreft wordt het weer een recordjaar. Niet per se uitgedrukt in het aantal kilo’s cocaïne dat we vinden – want die coke die blijft toch wel komen, ben ik bang – maar wel in het aantal onderzoeken dat we kunnen doen. Vooropgesteld, ik ben heel trots op het team, dat kan ik niet genoeg benadrukken, en elke vangst is mooi, maar een vangst is voor ons natuurlijk niet het eindpunt. Wat je vooral wil, is de mensen pakken die er verantwoordelijk voor zijn. Het liefst maak je daarom van elke vangst een onderzoek, maar daar hebben we helaas de capaciteit niet voor. Het HARC-team telt slechts 25 personen en daar moeten we het mee doen. Op zich is dat trouwens wel bijzonder, want dat was 25 jaar geleden bij de oprichting van het team ook al zo. In al die jaren is er nooit één iemand bijgekomen, terwijl de problematiek waarmee we te maken hebben toch wel vrij explosief is toegenomen, volgens mij. Wil je meer onderzoeken doen en meer mensen veroordeeld krijgen, dan heb je echt meer mensen nodig. Onder wie een tweede officier, want anders is het echt niet te doen.”
PS. Bij het ter perse gaan van Opportuun werd bekend dat justitie inmiddels het concrete voornemen heeft om het HARC-team ‘op capaciteit te versterken’. Met het geld dat in het nieuwe regeerakkoord is gereserveerd voor de aanpak van ondermijning zou dit al op korte termijn mogelijk moeten zijn, vertelt de Rotterdamse hoofdofficier Hugo Hillenaar in De Telegraaf. Ook zal er flink worden geïnvesteerd in de uitbreiding en verbetering van technische observatiemiddelen zoals drones en beveiligingscamera’s.