KortOM

Dit artikel hoort bij: Opportuun 04

Korte berichten

Cybercrimebeeld 2024

Vorig jaar werden 2,3 miljoen Nederlanders getroffen door een vorm van online criminaliteit. Mensen en bedrijven lijden enorme financiële schade, maar het tast vooral het vertrouwen aan: in elkaar en in de digitale infrastructuur. Deze ontwikkelingen staan beschreven in het Cybercrimebeeld Nederland 2024 van het OM en de politie, dat afgelopen juni verscheen.

In deze eerste editie van het tweejaarlijkse Cybercrimebeeld Nederland ligt de focus op complexe online criminaliteit gericht op ICT-systemen. Het rapport is uniek, omdat het inzicht geeft in het cybercrimelandschap vanuit het opsporingsperspectief.

OM en politie zien dat de stap naar cybercrime eenvoudiger is geworden. Moest een cybercrimineel vroeger technisch onderlegd zijn, nu koopt hij diensten, producten en handleidingen gemakkelijk online. “Via Telegram, fora en het dark web kun je kant-en-klare software en sites kopen om mensen op te lichten inclusief contactgegevens en belscripts. Voor een paar honderd euro stap je in en kun je met slechts enkele slachtoffers per week veel geld verdienen,” zegt Stan Duijf, Hoofd Operatiën, Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies en portefeuillehouder cybercrime bij de politie.

Een zorgelijke ontwikkeling is ook dat de helft van de cybercrimeverdachten die voor de rechter moet verschijnen 25 jaar of jonger is. Een criminele loopbaan kan beginnen bij het spelen van online games. Jongeren zoeken daarin grenzen op zoals je tegenstander uitschakelen met een DDoS-aanval. Op hackfora lezen ze mee. Leren ze over andere ‘trucjes’. Zo rollen ze ‘spelenderwijs’ de wereld van cybercrime in.

Daarnaast constateren politie en OM dat cybercrime zich niet ‘beperkt’ tot het wereldwijde web. Er vindt steeds meer vermenging plaats met traditionele misdaad. Cyber-officieren van justitie zien in hun onderzoeken dat verdachten zich niet uitsluitend met cybercrimedelicten bezighouden. Zo worden geregeld wapens, munitie en explosieven aangetroffen bij - soms zelfs minderjarige - verdachten. Andersom geldt ook dat de politie via geweldsdelicten of illegaal wapenbezit uitkomt bij verdachten van ernstige cyberdelicten.

Ook de impact van cybercrime op slachtoffers wordt onderschat. Het laat diepe sporen achter. Uit onderzoek blijkt dat particuliere slachtoffers van cybercrime meer emotionele dan financiële schade ondervinden. Daarnaast krijgen zij vaak te maken met ‘victim blaming’ waardoor ze dubbel slachtoffer zijn.

Klik hier voor het Cybercrimebeeld 2024.

Verschijningsplicht per 1 juli

Verdachten van ernstige misdrijven zijn sinds 1 juli 2024 verplicht om op zitting aanwezig te zijn bij de inhoudelijke zitting in hun strafzaak.

Voorheen was het aan verdachten zelf om te bepalen of ze aanwezig waren bij hun rechtszaak. Door een wetswijziging is dat niet langer het geval. Het idee erachter is dat slachtoffers of nabestaanden hiermee de kans krijgen om een verdachte te vertellen wat het misdrijf bij hen heeft aangericht. Als de verdachte aanwezig is kunnen rechter en officier van justitie de verdachte bovendien zelf ondervragen. Dat draagt bij aan de waarheidsvinding. De wetswijziging maakt deel uit van de Wet Uitbreiding Slachtofferrechten.

Wet gegevensverwerking samenwerkingsverbanden

Een betere juridische basis voor verwerking van persoonsgegevens door samenwerkingsverbanden. Dat is de kern van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) die vorige maand door de Eerste Kamer is aangenomen.

De wet, die waarschijnlijk op 1 januari 2025 in werking treedt, maakt het mogelijk dat de partners binnen vier samenwerkingsverbanden gegevens kunnen delen: het Financieel Expertise Centrum, de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen, de Regionale Informatie- en Expertisecentra, en de Zorg- en Veiligheidshuizen. Met de wet kunnen maatschappelijke vraagstukken integraal worden aangepakt.

“De duidelijkheid die de WGS biedt, zal het OM hopelijk helpen sneller, efficiënter en professioneler samen te werken,” zegt Saskia Laaper, coördinerend beleidsadviseur gegevensuitwisseling & privacyvraagstukken bij het Parket-Generaal. “En als er uiteindelijk minder discussie is over wat wel en wat niet mag, kunnen wij als OM ons ook beter focussen op onze kerntaken.”