Tekst Ina Hendriks en Yascha van 't Hof, Fact Factory OM
Het is strafbaar als je weet dat de ander niet wil
De laatste jaren domineren grote zaken rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag het nieuws. De Weinstein-affaire die in het najaar van 2017 aan het licht kwam, leidde wereldwijd tot de #MeToocampagne die mensen aanmoedigde om hun verhalen van seksueel wangedrag te delen.
Ook in Nederland volgde een brede maatschappelijke discussie. Het leidde tot een toenemend aantal signalen en meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de samenleving. Niet alleen in de televisiewereld, maar ook in tal van andere bedrijfstakken en in de sport. Vooral in 2022 registreerde de politie meer aangiften en meldingen van verkrachting en aanranding. In een jaar tijd steeg het aantal geregistreerde misdrijven voor verkrachting met ruim een vijfde en het aantal geregistreerde misdrijven voor aanranding met ruim een derde. Daarna nam het aantal aangiften en meldingen weer af. Niettemin liggen de aantallen nu nog altijd hoger dan voorheen.
Bewijs verzamelen voor seksuele misdrijven is vaak lastig. Het vergt de nodige tijd om zorgvuldig onderzoek te doen, om slachtoffers, getuigen en verdachten te achterhalen of te bevragen. Toch stromen ook meer verdachten ter beoordeling bij het OM in. Waar voorheen de instroom stabiel rond de 2.500 zaken lag, is dit opgelopen naar 2.700 verdachten voor seksuele misdrijven op dit moment. Groei is vooral te zien in het aantal verkrachtings- en aanrandingszaken evenals van zaken waarin sprake is van seksueel misbruik van kinderen. Tezamen vormen ze 73% van de zedenmisdrijven op dit moment, waar dat enkele jaren geleden rond de 70% lag. Het schenden van de in het strafrecht neergelegde normen vraagt in beginsel om correctie, afkeuring en herstel van de geleden schade. Zo ook voor seksuele misdrijven. Het strafrecht is in beginsel repressief van aard, maar kan – gecombineerd met andere interventies en op voldoende selectieve wijze ingezet – bijdragen aan veiligheid en voorkomen van herhaling. Daarnaast wegen de belangen van slachtoffers zwaar mee bij de afweging of en zo ja hoe bij een seksueel misdrijf strafrechtelijk opgetreden moet worden. Waar het belang van waarheidsvinding botst met het belang van behoud en versterking van veerkracht van slachtoffers, worden deze belangen steeds zorgvuldig tegen elkaar afgewogen.
Dat een seksueel misdrijf, ondanks zorgvuldig onderzoek, lastig te bewijzen is, wordt ook zichtbaar in de afdoeningsmix. Ongeveer de helft van de zaken wordt geseponeerd, veelal vanwege onvoldoende bewijs van de strafbare feiten. Alleen in zaken waarbij sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs zal de officier van justitie overgaan tot vervolging. Hiervan is sprake in de andere helft van de zedenzaken. Deze verhouding is al jaren stabiel.
Per 1 juli 2024 is de nieuwe Wet seksuele misdrijven in werking getreden. In deze nieuwe wet zijn meer vormen van seksueel overschrijdend gedrag strafbaar geworden, zoals het seksueel contact hebben terwijl bij diegene de wil ontbreekt. Je bent strafbaar als je weet of had moeten weten dat de ander niet wil. Ook seksuele intimidatie wordt strafbaar, zowel offline als online. Verder zijn volwassenen strafbaar als zij seksueel getinte berichten sturen naar nog jonge kinderen of wanneer zij bepaalde kwetsbare 16- tot 18-jarigen op indringende wijze seksueel benaderen, wat voor het slachtoffer schadelijk is. In de nieuwe wet is het niet meer noodzakelijk om te bewijzen dat er sprake was van dwang, geweld of bedreiging om verkrachting of aanranding aan te tonen. Een verdachte is al strafbaar als duidelijk was dat de ander geen seks wilde, maar de verdachte toch heeft doorgezet. Het gebruik van dwang, geweld of bedreiging vormt in de nieuwe wet een strafverzwarende omstandigheid. Voor een aantal seksuele misdrijven gaan ook de maximale straffen omhoog, bijvoorbeeld bij seksueel misbruik van kinderen en kwetsbaren.
In de nieuwe Wet seksuele misdrijven zijn dus meer feiten strafbaar geworden. Slachtoffers kunnen voor feiten die gepleegd zijn vanaf 1 juli 2024 in meer gevallen aangifte doen van seksueel overschrijdend gedrag dan onder de oude wetgeving. En daarmee zou de instroom van seksuele misdrijven bij het OM verder kunnen toenemen. Nu van dwang geen sprake meer hoeft te zijn bij aanranding of verkrachting, hoeft bewijs van dwang niet meer geleverd te worden. Het doel van de nieuwe wet is dan ook om een adequate en herkenbare strafrechtelijke reactie te kunnen bieden op seksueel geweld, seksueel misbruik en strafwaardig seksueel overlastgevend gedrag in de hedendaagse en digitaliserende samenleving. Of dit daadwerkelijk effect zal hebben op de bewijsbaarheid van en de afdoeningsmix in seksuele misdrijven zal de tijd moeten uitwijzen. We zullen de cijfers op de voet blijven volgen.