Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

Studenten Öznur Senyurt en Corey Schuck staan met ‘Wie grijpt in’ voor de klas. Dat lesprogramma gaat over de rechtsstaat en over wat jongeren zelf kunnen bijdragen aan veiligheid.

Het mooiste moment tijdens de lessen die hij gaf voor Wie grijpt in? Dat was aan het eind van een les over de rechtstaat, zegt Corey Schuck (20 jaar, studeert rechten in Utrecht). Leerlingen hadden in een spelvorm zelf een rechtstaat ontworpen, met een grondwet en vijf grondrechten. Daarna had de klas erover gesproken. Aan het eind zei een leerling: ‘Wow, wat is het moeilijk om vrijheid van meningsuiting te hebben én dan niet te mogen discrimineren.’ Corey: “Toen had ik een trots momentje: jíj begrijpt het!”

Het illustreert het doel van Wie grijpt in. Het lesprogramma brengt leerlingen van middelbare scholen en mbo-scholen kennis bij over rechtsstaat en strafrecht. Maar het vergroot ook het bewustzijn en het besef dat elke burger kan ingrijpen.

Öznur Senyurt (23, Arbeidsrecht in Leiden) kende ook mooie momentjes in ‘haar’ klassen. Bijvoorbeeld tijdens casussen over drugs dealen en het verspreiden van naaktfoto’s. Leerlingen doen daar onderling vaak wat lacherig over: dealen is cool en naaktfoto’s delen grappig. “Maar het échte gesprek wordt er niet over gevoerd”, merkt ze. “Als ‘peer educators’ proberen wij dat in een veilige sfeer wel te doen. We stellen vooral vragen. Wat zijn de gevolgen van het delen van die foto’s? Dan zie je dat doordringt dat dat voor slachtoffers grote gevolgen kan hebben. In het begin is de sfeer vooral dat het dom is als je naaktbeelden van jezelf verstuurt. Aan het eind van de les gaat het meer om verantwoordelijkheid van leerlingen die die intieme beelden doorsturen en verder verspreiden.”

Zelf leren ze ook veel van hun bijbaantje voor Wie grijpt in. Öznur: “Ik leefde eerst in een bubbel waarin iedereen hetzelfde dacht: diefstal is fout, en bepaalde dingen doe je gewoon niet. Het was een eye-opener voor me dat jongeren naar bepaalde vraagstukken heel verschillend kunnen kijken en dat het er in levens van jongeren heftig aan toe kan gaan. Dat mensen op een bepaalde manier denken, komt vaak wel ergens vandaan. Als je weet hoe je met die jongeren in gesprek kunt gaan – onder meer door hen vragen te stellen – kan je erachter komen waarom ze bepaalde gedachten hebben. Ik heb gezien hoe jongeren denken en hoe makkelijk ze ook weer van gedachte kunnen veranderen.”

Dat geldt voor Corey ook. “De wet is slechts één factor die bepaalt hoe mensen zich gedragen. Dat diefstal niet mag, betekent niet dat het niet gebeurt. Deze jongeren staan aan het begin van een ontwikkeling waarin zij zelf normen en waarden inkleuren. Wij zien en  merken waar hun gedachten vandaan komen. In de derde les die elke klas krijgt, komt altijd een officier van justitie mee. De leerlingen vragen de officier het hemd van het lijf: welke auto officieren rijden, hoeveel ze verdienen, en wat hun heftigste zaak was. Je ziet dat hun verhalen de gedachten van jongeren ook beïnvloeden.”

Öznur: “Je ziet ook nog wat anders. Eerst zien leerlingen een officier alleen als een functionaris die een straf eist. Aan het eind van de les is de officier een mens geworden.”

Wie grijpt In? is het lesprogramma van Het Openbaar Ministerie en ontwikkeld door OMspaces. Wil je er meer van weten, mail dan Judith van Heems of Machteld van Barchjansen.