Tekst Thomas Bruning, algemeen secretaris Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ)
Spugen, schelden, lekgeprikte banden, het uit je handen slaan van camera’s, doodsverwensingen, intimidatie online. Veel journalisten kunnen hierover meepraten. Ach, het hoort nu eenmaal bij ons vak, was tot voor kort de mores. “If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen”.
Tja, het is waar dat je geen journalist moet worden als je bang bent om in een opstootje verzeild te raken. En het zal u herkenbaar in de oren klinken. Ook werken voor het OM is een bewuste keuze, en in zekere kringen win je daar bepaald niet de populariteitsprijs mee.
Maar in de journalistiek stond daar wel altijd een zeker respect tegenover. Het brede publiek, relschoppers incluis, begreep dat journalisten waarnemers zijn, en geen partij in een conflict. De agressie werd dan ook veelal niet moedwillig op de journalist zelf gericht.
Misdaadjournalist Chris Klomp werd meermaals bedreigd. Lees in het interview met hem meer over PersVeilig.
Die situatie is de afgelopen jaren veranderd. De journalist is een speler geworden in plaats van een waarnemer, en daarmee een doelwit op zichzelf. Daarbij werd de journalistiek ook veel zichtbaarder. Werken met een camera, een naam en foto bij elk artikel en een socialmedia-account is inmiddels gemeengoed.
En dan is er ook nog eens de verharding in de zware misdaad. Uw beroepsgroep heeft dit onlangs aan den lijve ondervonden, maar ook de Nederlandse journalistiek heeft daar op indringende wijze mee kennisgemaakt, met aanslagen op redacties en een reeks serieuze doodsbedreigingen.
Twee jaar geleden onderzocht oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer in opdracht van de NVJ de ervaringen binnen de journalistieke beroepsgroep. De uitkomsten waren alarmerend: 61% van de ondervraagden had persoonlijke ervaringen met agressie en geweld en meer dan 30% moest wel eens een reportage of verhaal afbreken om die reden. 16% zei zelfs bepaalde onderwerpen of locaties uit de weg te gaan.
Aangifte werd zelden gedaan, bleek uit hetzelfde onderzoek. De politie nam de incidenten vaak weinig serieus en journalisten hoorden er nooit meer wat van, zo was de teneur. Kortom, er speelde veel meer dan we dachten, maar veel zaken belanden niet bij politie en OM.
Genoeg reden dus om actie te ondernemen. We begrepen daarbij dat meerdere spelers betrokken moesten worden. Het leidde tot een convenant, waar alle spelers hun verantwoordelijkheid nemen. De beroepsvereniging NVJ, de hoofdredacties, OM en Politie bundelen daarin hun krachten.
De beroepsgroep trekt voortaan zelf een lijn, een collectieve norm, weg van de cultuur dat geweld en intimidatie nu eenmaal bij het vak hoort. De werkgever zorgt voor actieve ondersteuning bij incidenten, preventie en training. Politie neemt journalistieke aangiftes en bedreigingsmeldingen serieus en geeft actief terugkoppeling. Het OM geeft prioriteit aan vervolging, hanteert een 200% strafeis en vervolgt waar mogelijk. En, niet onbelangrijk, alle partijen monitoren de meldingen en spreken elkaar aan op de voortgang. Ziedaar de geboorte van Persveilig. Samen geven partijen daarmee een signaal aan de samenleving. Journalistiek is een publieke zaak. Een belang, dat bescherming verdient.
Op de site van Persveilig kunt u zien hoe het in zijn werk gaat. We rekenen op uw bijdrage!