Tekst Steven Beek
Foto Loes van der Meer
Welke straf zou jij eisen, als je officier van justitie was? Omdat er op straat niemand te vinden is, komt Opportuun bij de mensen aan de deur - op gepaste afstand uiteraard.
De zaak
“En nou ga je dood,” zegt een 67-jarige vrouw bij een winkelcentrum in Anna Paulowna, voordat ze met een broodmes insteekt op haar buurvrouw. Ze steekt meerdere keren in de richting van hoofd en hals van het slachtoffer. De aanval is het dieptepunt in een tien jaar lang slepende burenruzie vol bedreigingen en mishandelingen. Het broodmes had de vrouw al dagenlang in haar fietstas zitten, voor het geval ze het slachtoffer tegen zou komen. “Ik wilde haar grijpen,” verklaarde ze later. “Er moest iets gebeuren. Als ik de kans kreeg, was ze voor mij.” Het slachtoffer overleeft het voorval gelukkig.
De feiten
- De verdachte heeft de aanval van tevoren gepland
- De aanval vond overdag plaats in een winkelgebied waar omstanders, waaronder kinderen, het incident hebben gezien
- De verdachte toont geen berouw en blijft volhouden dat ze niet anders kon
- De verdachte is al eerder veroordeeld voor geweldsdelicten
- Een psychiater en een klinisch psycholoog verklaren de verdachte volledig toerekeningsvatbaar
- De Reclassering acht de kans van slagen van een behandeling of bemiddeling nihil omdat de verdachte nergens aan meewerkt en niet gemotiveerd is tot verandering.
Wat eis jij?
"Acht jaar gevangenisstraf, onvoorwaardelijk"
“Ik vind het erg lastig. Ze is blijkbaar toerekeningsvatbaar, maar ik vraag me af of ze helemaal goed bij zinnen is. Ze wil niet meewerken aan een behandeling of taakstraf. Als er niets meer met haar aan te vangen is, wat voor positieve bijdrage kan zij dan nog leveren aan de maatschappij?
Als je iemand moedwillig dood wil maken, ook al lukt het niet, mag je van mij een jaar of acht de cel in. Zeker als je kijkt waar het gebeurd is, met kinderen erbij. Mensen worden tegenwoordig behoorlijk oud, dus na een jaar of zeven heeft ze nog een mooi leventje voor zich.
Ik ben over het algemeen een aardige, vriendelijke jongen, maar soms denk ik wel eens: de straffen in Nederland zijn te laag. Aan de andere kant krijgen mensen soms juist te hoge straffen opgelegd als ze uit zelfverdediging handelen.”
"Vijf jaar gevangenisstraf"
“Het is in dit soort zaken zo jammer dat er iets moet misgaan voordat er gehandeld wordt. Ze werd al jaren lastiggevallen, en had nu wel dood kunnen zijn. Waarom was er bijvoorbeeld nog geen contactverbod?
Voor een taakstraf of geldboete is deze zaak veel te ernstig. Daarom zou ik een celstraf eisen, van minstens vijf jaar. Als begeleiding of therapie bij deze vrouw niet mogelijk is, kan alleen een celstraf haar doen inzien dat ze fout zit. Een gevangenis is geen kliniek, maar je kunt er misschien wel je leven beteren. Een paar jaar is daarvoor volgens mij niet genoeg. Het is eigenlijk oneerlijk dat een oudere vrouw een lagere straf zou krijgen dan een jong meisje, maar toch zou ik dat overwegen. Je wil haar niet de rest van haar leven opsluiten. Ze is wel ouder, maar hopelijk kan ze na haar straf een beter levenspad kiezen om te bewandelen.”
De eis van de officier van justitie
Nienke Swart is officier van justitie op het parket Noord-Holland en was de zittingsofficier in deze zaak. De zitting is haar erg bijgebleven. “De vrouw toonde geen enkel berouw. En een oudere vrouw als verdachte van zo’n ernstig feit is heel ongewoon.”
Wat heb je de verdachte ten laste gelegd?
“Poging tot moord. Voor mij was bewezen dat de vrouw van plan was het slachtoffer aan te vallen. Ze heeft meermaals verklaard dat ze het mes al dagen bij zich droeg, met als doel het aanvallen van het slachtoffer. Ze heeft tijdens verhoren gezegd: ‘Als ik haar zie, is ze van mij.’ Ze heeft ook zelf toegegeven dat ze daarbij het risico heeft genomen dat het slachtoffer zou komen te overlijden. In de rechtszaal sloeg de verdachte opeens een andere toon aan: ze zou het slachtoffer nooit hebben willen doden, het was niet meer dan een schreeuw om aandacht. Maar voor mij was duidelijk dat de vrouw vooraf van plan was het slachtoffer iets aan te doen. Het is soms moeilijk om voorbedachten rade te bewijzen; je kunt niet in iemands hoofd kijken. Dat de verdachte zelf verklaart dat ze de steekpartij al langer van plan was, dat kom je niet vaak tegen. Bovendien was de verdachte al eerder veroordeeld voor mishandeling van hetzelfde slachtoffer. De collega die toen de zitting deed vertelde me dat ze toen ook erg vasthield aan haar eigen gelijk. Zij en haar man vonden het gerechtvaardigd dat zij hun buurvrouw terroriseerden. Het echtpaar zat vast in een denkpatroon waarbij de buurvrouw verantwoordelijk was voor alles wat er mis liep in hun leven.”
Welke straf heb je geëist?
“Voor poging tot moord past alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ik heb vier jaar geëist. Bij een poging tot doodslag met een steekwapen, waarbij geen of licht letsel is ontstaan, eist de officier van justitie meestal tussen de 24 en 42 maanden. Aangezien ik voorbedachten rade bewezen achtte en hier sprake was van een eerdere veroordeling voor een geweldsdelict, ben ik daar met vier jaar nog iets boven gaan zitten. Daarnaast heb ik een contact- en locatieverbod van vijf jaar geëist, met als stok achter de deur dat bij elke overtreding een week hechtenis kon worden toegepast. Voor mij was de locatie ook strafverzwarend. Ze heeft dit gedaan in een druk winkelgebied waar kinderen getuige waren van de aanval. De mate waarin de maatschappij wordt geschokt speelt mee. Ten slotte heeft ze op geen enkele manier berouw of inzicht getoond in haar handelen. Ze is na de eerdere veroordeling voor mishandeling nooit bij zichzelf te rade gegaan. Dat is heel zorgelijk voor de toekomst. Hoe gaat dat als ze weer vrijkomt? Het liefst had ik een verplichting tot behandeling of begeleiding als bijzondere voorwaarde geëist, om de vicieuze cirkel waarin ze verstrikt was te doorbreken. Maar omdat ze totaal niet wilde meewerken kon ik dat niet. Wel is het zo dat de Reclassering met de vrouw aan de slag moet bij een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling. Je komt immers alleen eerder vrij als je je aan de voorwaarden van de Reclassering houdt.”
De uitspraak
“De rechtbank achtte poging tot moord bewezen en heeft een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank een contact- en locatieverbod opgelegd, zoals ik had geëist.
Drie jaar was lager dan mijn eis, vanwege de relatief beperkte aard van de verwondingen. Ik heb overwogen om in hoger beroep te gaan; mijn eis van vier jaar was weloverwogen en wat mij betreft was een lagere straf niet passend. In overleg met de advocaat-generaal is besloten geen hoger beroep in te stellen, een afweging tussen een voor ons rechtvaardige straf en een sneller beloop van het recht. Het kan lang duren voor een zaak in hoger beroep wordt behandeld.”