Foto Loes van der Meer
Het is de avond voor Hemelvaart. Boven het knusse stadionnetje De Vijverberg in Doetinchem gaan alle hemelsluizen open. De weergoden zijn de Superboeren van De Graafschap niet goed gezind. Na een kletsnatte pot voetbal druipen de spelers met lege handen af, terwijl 40 kilometer noordelijker in Deventer de promotie naar de Eredivisie wordt gevierd. De feeststemming in de Koekstad staat in schril contrast met de grimmige stemming in de hoofdstad van de Achterhoek. Buiten het stadion wordt de ME bekogeld met flesjes, fakkels en stenen.
Hier werd oorlog gevoerd tegen de ME, constateert de politierechter, die twee weken later vijf relschoppers op een snelrechtzitting treft. Maar de vraag is: wie waren de vijanden? De voorzitter en de directeur van de club, de voorzitter van de supportersvereniging, de burgemeester: allen haastten zich na de geweldsuitbarsting om te zeggen dat dit geen supporters van de Graafschap kónden zijn. Dat zijn namelijk allemaal ‘goedzakken’, klinkt het vanuit de club. Op de redactie van de regionale omroep woedt een stammenstrijd over de vraag of de mannen als ‘supporters’ of ‘relschoppers’ moeten worden aangeduid.
En zo staat tijdens de snelrechtzitting niet alleen de vraag centraal of er openlijk geweld is gepleegd en of de vijf mannen hierin een aandeel hebben gehad. Iedereen snakt naar het antwoord op de vraag waarom een huisvader die overdag de zorg heeft voor twee jonge kinderen, ’s avonds zijn broekriem om de hand wikkelt en zijn vuist heft tegen de ME. Waarom een jongeman die overdag zijn steentje bijdraagt aan de corona-bestrijding, ’s avonds stenen gooit naar de ME.
Hoe raakten ze verzeild aan de Lijsterbeslaan, waar die avond een noodbevel gold? Drie verdachten lichten een tipje van de sluier op. “Ik wilde de spelers bedanken voor een goed seizoen, dat is niet helemaal goed afgelopen,” zegt de een. “Ik had fakkels bij me om de promotie te vieren,” bekent de ander. “Ik zag andere jongens die ik ken van De Graafschap ook hun broekriem om hun handen wikkelen. Dat heb ik toen ook gedaan, uit solidariteit met de jongens," zegt nummer drie.
“Ik begrijp dat je baalt, maar wat bezielt je om te gaan rellen," verzucht de officier van justitie.
“Hier zitten normale jongens, ze zouden je buurman kunnen zijn,” constateert de advocaat. De rechter gooit er nog wat psychologische bespiegelingen tegenaan en spreekt over een ‘groepspsychose’; ‘waarbij je jezelf verliest, al dan niet onder invloed van drank en drugs. En als je ontwaakt in de politiecel, begrijp je het zelf ook niet.’
Juridisch is het een stuk eenvoudiger. Openlijk geweld is bewijsbaar, de vier verdachten met een blanco strafblad verlaten de zittingszaal met een werkstraf van 180 uur en 2 maanden voorwaardelijke celstraf op zak. Nummer vijf, die niet van onbesproken gedrag is, krijgt 240 uur werkstraf en 3 maanden voorwaardelijk.
De mannen hebben met hun stenen niet alleen de ME’ers verwond, maar ook een flinke deuk gegooid in het imago van de club, de stad, de regio. Een hardwerkende boer kan onder druk van de stikstofcrisis transformeren tot een opgewonden standje en met zijn trekker het Malieveld omploegen. Een Superboer kan uit frustratie over een misgelopen promotie – voor het tweede jaar op rij! – transformeren van goedzak tot een vijand van de ME. Het verdriet van de Achterhoek.
Tekst: Tineke Zwart, persvoorlichter parket Oost-Nederland