Tekst Tineke Zwart, persvoorlichter parket Oost-Nederland
Foto Loes Spruijt-van der Meer

De toetsenbordridder die het zaaltje betreedt waar de politierechter recht zal spreken, is een boomlange, kalende verschijning met een gebronsd gelaat. Hij tovert een pen uit de binnenzak van zijn zwarte kostuum en legt die samen met een leesbril bij zijn stapeltje papieren. Hij vouwt de handen, in afwachting van wat komen gaat.

De nu zo devoot gevouwen handen zijn tot heel andere dingen in staat. Met schijnbaar groot gemak rammelde de zestiger er in coronatijd bedreigingen uit richting meerdere politici die bij dit dossier betrokken waren.

Uit onmacht, verklaart hij tegen de politierechter, want “Dit beleid, daar zit iets heel anders achter, ik ben overtuigd van de dubbele agenda van dit kabinet.” Paradoxaal genoeg beseft de toetsenbordridder ook dat zijn tweets het verschil niet zouden maken. Daarom dreigde hij met grof geschut: “Er moeten kogels afgevuurd worden. En niet twee, maar vele duizenden. Ik doe mee. Ik heb niets te verliezen.” Nou ja, dat laatste is niet helemaal waar, geeft hij bij de politierechter toe. Hij droomt ervan om dit land met het door hem verfoeide kabinet te ontvluchten en zijn geluk te zoeken in Spanje.

Ineens lijkt de tweet over de modebewuste minister van Volksgezondheid toch niet zo grappig meer

Consistentie is niet zijn grootste kwaliteit, zoveel wordt wel duidelijk. Aanvankelijk toont hij zich een keurige burger, die bij de coronademonstraties gehoor gaf aan het bevel van politie om naar huis te gaan. Als de politie hard moet ingrijpen, slaat de wankelmoedigheid toe: “Dat politiegeweld vind ik niet kunnen, maar wat ik heb gedaan, kan ook niet.” En het eindigt met een laconieke redenering: “Het is vervelend dat politici steeds vaker bedreigd worden, maar het hoort bij het werk.”

De snelle gedaantewisselingen van de man zouden een kameleon nog jaloers maken. Overdag is hij een onmisbare schakel in het beheer van de strategische olievoorraad. En, zo benadrukt hij ten overvloede: “Er heerst op dit moment een crisis op de oliemarkt.”

’s Avonds is hij een boze toetsenbordridder, die op Twitter trots vertelt dat hij op zijn zestiende al explosieven kon maken. Tussen die twee gedaantes zit soms wel een flinke slok alcohol.

Vanwege zijn belangwekkende werkzaamheden voor het aanleggen van een strategische olievoorraad, is een gevangenisstraf onhandig. “Dan heb ik liever een geldboete die erin hakt.” De politierechter wijst hem er vriendelijk op dat hij even tevoren nog van plan was om als pensionado naar Spanje te emigreren.

Een geldboete is geen optie, zelfs geen taakstraf, er zit een gevangenisstraf in het vat. “Je mag het oneens zijn met het beleid, je mag je ongenoegen uiten, maar dit mag niet,” aldus de officier van justitie.

De politierechter leidt het vonnis in door alle tweets nog eens op te lezen. De verdachte schuift ongemakkelijk heen en weer in het verdachtenbankje. Ineens lijkt de tweet over de modebewuste minister van Volksgezondheid – ‘Hij moet opgehangen worden en dan mag hij zijn schoenen uitzoeken die hij dan het liefst draagt’ – toch niet zo grappig meer.

“U belemmert het functioneren van de parlementaire democratie en inspireert anderen tot het plegen van geweld,” aldus de politierechter, die een gevangenisstraf van 3 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk, oplegt. Het is een waarschuwing; treed niet in de voetsporen van deze toetsenbordridder, want in zijn schoenen wil je niet staan.