Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes van der Meer

Tientallen zaken komen voorbij, met en zonder aanwezigheid van verdachten. Tijdens zijn zitting in kantonrechtbank Einhoven toont assistent-officier Alexandros Sarantoudis zich streng waar het moet, en menselijk waar het kan: “Zou u in staat zijn om een boete te betalen?”

Assistent- en executieofficier Alexandros Sarantoudis (27)

“Duizenden zaken door mijn handen gegaan”

“Al bijna twee jaar ga ik voor parket CVOM de boer op en doe ik allerlei soorten zittingen door het hele land. Op een paar uithoeken na heb ik alle locaties al wel gezien en zijn er duizenden zaken door mijn handen gegaan.
Ik weet het nog goed; 25 jaar oud, kanton Rotterdam, de toga mocht voor het eerst in het echt aan. Een mijlpaal waar ik nog vaak met veel trots aan terug denk. Inmiddels zijn we een ontelbaar aantal zittingen verder en is het plezier in mijn werk steeds ontzettend groot. Het is echt een prachtvak!
Nooit gedacht dat het allemaal zo snel kon gaan toen ik in 2014 vers uit de collegebanken in een overwegend administratieve functie bij het OM begon. Binnen enkele maanden ging ik als beoordelaar aan de slag en niet veel later begon ik aan de opleiding tot assistent-officier. Inmiddels ben ik naast mijn zittingswerk ook executieofficier van de CVOM en opleider voor nieuwe assistent-officieren.
De CVOM is een erg fijne plek waar je enorm kunt groeien en bloeien. Het is ontzettend fijn dat je inzet hier zo wordt gewaardeerd en dat je zelfs met betrekkelijk weinig ervaring zo snel al zoveel vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt.”

‘Hè?!’ zegt de  moeder met de groene blouse verschrikt, en ze draait naar haar 17-jarige zoon.
Het is 9.06 uur op deze tropische maandag 30 augustus, en ze zijn zojuist de zittingzaal van kantonrechtbank Eindhoven in gelopen. Hun mobieltjes staan op ‘stil’ en ze kijken eens rond.
Links voor hen zien ze assistent-officier van justitie Alexandros Sarantoudis. Rechts voor hen zit griffier De Volder. En in het midden kantonrechter Robers. Precies achter de rechter, tussen paarse lange gordijnen,  ‘hangt’ koning Willem-Alexander aan de muur. Als enige toeschouwer in een zittingzaal waarin de publieke tribune vandaag overbodig is. De bode, die net hun zaak uitriep, is ook weg en heeft de deur gesloten.

De rechter begint op geroutineerde toon tegen de jongen. “U weet waarschijnlijk dat u niet tot antwoorden verplicht bent? Goed, de officier van justitie heeft u gedagvaard omdat u zonder rijbewijs op een bromfiets heeft gereden, en…”
De moeder, geschrokken tot haar zoon: “O! Zitten we op díe zitting?”
De 17-jarige knul: “Ik dacht ook die andere.”
"U heeft toch de oproeping gekregen en gelezen?”, vraagt de rechter.
“Ons was die niet helemaal duidelijk”, zegt de moeder.
Het is voor rechter Robers geen reden om de zaak tegen de jongen niet door te laten gaan. “Tegen de politie heeft u gezegd – en ze leest het proces-verbaal: ‘Ik had haast, want ik moest naar het voetbal’.”
“Ja”, zegt de jongen. ‘Ik heb mijn moeder beloofd dat ik niet meer zal rijden. Ik heb nu trouwens bijna mijn rijbewijs.”
Assistent-officier Alexandros Sarantoudis van Parket CVOM  krijgt het woord. ‘Het lijkt misschien een onschuldig feit. Tot het fout gaat. Ook als het jouw fout niet is, kunnen er bij een ongeluk tienduizenden euro’s schade zijn. En als je dan geen rijbewijs hebt, ben je ook niet verzekerd. De verzekering zal dat dan bij jou terughalen. De richtlijn voor dit feit is 240 euro boete. Omdat in 2015 de richtlijn 115 euro was, eis ik dat. Bij niet-betalen wordt dat vervangen door twee dagen hechtenis.”
“Wat vindt u daarvan?”, vraagt de rechter.
“Fijn dat het minder is”, zegt de verdachte.
“Ja”, zegt de moeder. “Dan kan ik het in één keer betalen.”
De rechter wijst: “Maar híj moet betalen, hè! Anders moet hij maar wat meer gaan werken.”
De rechter vonnist overeenkomstig de eis. Waarop zowel de verdachte als Sarantoudis afstand doen van hun recht op hoger beroep.
De rechter sluit de zitting. “Veel succes met het halen van uw rijbewijs.”
“U veel succes met uw andere zittingen”, zegt de moeder.

Zo’n zeventig zaken krijgen rechter, griffier en officier vandaag voor hun kiezen. Tussen de zaken door permitteren de staande en zittende magistratuur zich wat plaagstootjes naar elkaar. “Zozo”, zegt assistent-officier Sarantoudis, die op deze tropische dag voor het eerst in Eindhoven straf eist, “IJsklontjes bij het water!”
“Ja, in Eindhoven word je altijd verwend, hoor”, gniffelt griffier De Volder.
Lang niet elke verdachte komt opdagen. Dat is gebruikelijk bij kantonzaken. “Zullen we vast naar de verstekzaken kijken? Als een verdachte zich alsnog meldt, kunnen we het ook weer terugdraaien.”

Politiehonden

Daar is de volgende verdachte, uit Helmond. Kaal, oorring, tattoo in de nek en een camouflagebroek. Hij is in verzet gegaan tegen een strafbeschikking, die hij kreeg voor het veroorzaken van geluidshinder voor zijn omgeving. Op de avond van de WK-wedstrijd Nederland-Chili stond zijn stereo te hard. Ja, dat klopte, zegt hij, en nadat agenten langs waren gekomen, was de volumeknop omlaag gegaan.
“En daarna weer omhoog”, zegt de rechter.
“Ja, zo gaat dat”, erkent de man. Maar hij is boos. Een groot deel van de avond was hij zelf niet eens thuis. De agenten en politiehonden zouden hebben huisgehouden in zijn woning en buitensporig geweld hebben gebruikt. “Vooral tegen mijn maat, zeven slagen op zijn hoofd”. Een eerdere rechtszaak over deze avond, over het niet voldoen aan een ambtelijk bevel, heeft hij gewonnen, zegt hij. “Dus de politie is fout geweest. De inbeslaggenomen geluidsapparatuur is een dag later al teruggeven – in verband met verkeerd politie optreden, zo zie ik het. Dan vind ik het een schande dat de woningbouwvereniging klakkeloos met het rapport van de politie meegaat en mij een waarschuwingsbrief stuurt. Het zint me niks. Ik heb er vannacht niet van geslapen, zal ik u dát vertellen!” Hij leest een verhaal van twee kantjes voor en eindigt plechtig: “Dit is mijn betoog, de rest is in Gods handen.”
Maar in mensenhanden blijkt waarheidsvinding lastig. De kantonrechter probeert helderheid te krijgen op de vele punten waarop het verhaal van verdachte afwijkt van de politie-PV’s. “Zo heeft u het over 3.00 uur ‘s nachts, terwijl ik in het PV 2.15 uur lees.”
“Dat ontken ik ten stelligste.” Opnieuw duikt verdachte in de vele papieren die hij heeft meegenomen. “Sorry, ik kom er zelf ook nauwelijks meer uit, maar kijk eens hier: Omroep Brabant heeft ook al gerectificeerd, ziet u?”
De rechter kijkt opzij. Met een “Wat gaan we doen?” geeft ze het woord aan het OM.
Aanklager Sarantoudis gaat terug naar de kern. “Vandaag gaat het niet om de zaak waarover de politierechter zich uitliet en die inderdaad met een vrijspraak is afgedaan. Nu is de vraag: Kan de geluidsoverlast worden bewezen? Ja, zeg ik. Verdachte ontkent die overlast ook niet. Maar hoe daar nu op te reageren? Dan speelt een rol dat de zaak twee jaar heeft stilgelegen. Excuses daarvoor. Normaal zou er 140 euro boete op het feit staan. Nu vorder ik 140 euro voorwáárdelijk, met een proeftijd van een jaar.”
De kantonrechter: “Wat vindt u daar van?”
Verdachte: “Het is mooi wat de officier aanbiedt, want 140 euro is een klap geld voor een fabrieksarbeider. Maar ik vind dat ik die proeftijd feitelijk al heb gehad, want sinds die tijd heeft nooit meer geluidshinder plaatsgevonden. We hebben geen versterker meer; dat wil mijn vrouw niet meer. Dit heeft sporen achtergelaten hoor.”
Dan beslist de rechter. “De tenlastelegging is bewezen. U bent strafbaar. Maar gelet op de omstandigheden – en ik zie verder niets in de justitiële documentatie staan – verklaar ik u schuldig zonder oplegging van straf. De strafbeschikking is vernietigd. U kunt gaan.”
“Dank u vriendelijk, mevrouw de rechter!”

Horloge

Ineens loopt het storm en melden verdachten zich massaal. Tussen twee zaken door kijkt griffier De Volder bezorgd op zijn horloge. “Volgende zaak stond voor 10.30 uur, maar het is al 11.45 uur. Planning van het OM, hè”, zegt hij knipogend. De rechter verdedigt het OM. “Ach, als er te weinig zaken zijn, is het ook niet goed.”

“Waarom ik in verzet ben gekomen?” herhaalt de volgende verdachte (korte spijkerbroek, rossig, baardje) de vraag. “Omdat op de strafbeschikking een andere snelheid staat dan agenten me hebben laten zien. Die lieten 72 kilometer per uur zien op hun dashboard.”
Rechter Robers: “In het PV staat dat 90 km/u is afgelezen, gecorrigeerd naar 87. Heeft de officier vragen?”
Eentje, zegt Sarantoudis: “Zou u in staat zijn om een boete te betalen?”
Dat blijkt moeilijk. De verdachte ligt in een scheiding, en heeft zijn woning met verlies moeten verkopen.
De officier gaat naar zijn eis. Hij ziet 87 in het PV, wat niet strookt niet met de 72 waarover verdachte spreekt. “Zoiets kán verkeerd in een pv terechtkomen. Maar ik ga pas twijfelen bij een begin van aannemelijkheid dat iets onjuist is, en dat heb ik hier niet. We hebben een op ambtseed opgemaakt PV, dat er in orde uitziet. De meetapparatuur was geijkt en alles is volgens de regels gegaan. Het feit kan wettig en overtuigend bewezen worden:  een pittige snelheidsovertreding in de bebouwde kom. Er lag een strafbeschikking van 440 euro boete. En wat vind ik er nu van? Omdat het feit al in 2014 plaatsvond en de financiële positie van verdachte is verslechterd, eis ik nog steeds 440 euro boete, maar nu 200 euro daarvan voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.”
De rechter: “Meneer is strafbaar. Ik vernietig de strafbeschikking en vervang dat voor een boete van 440 euro, maar dan met 240 euro voorwaardelijk. Doet verdachte en het OM afstand van hun recht op hoger beroep? Goed.”

Rookpaal

‘Gepakt’ voelt hij zich, de 21-jarige die een strafbeschikking kreeg wegen het roken in het station waar dit niet mocht. “Ik stond maar vijf meter van de rookpaal vandaan”, vertelt hij de rechter. “Anderen stonden daar ook te roken, en dan pakken ze mij eruit. Ik werd hardhandig aan mijn arm weggetrokken door twee NS’ers.”
Officier Sarantoudis: “De verbalisant schrijft dat u bij een bankje stond, ver van de rookpaal. Waarom stond u eigenlijk niet bij die paal?”
De jongeman: “Ik weet dat ik het niet mag doen omdat anderen het ook doen. Maar mij pakken ze er dan uit!”
Hij kan op weinig mededogen van de officier rekenen. “Het feit kan wel bewezen worden, ook als ik uw eigen verklaring hoor. De regels zijn helder en strikt, zodat anderen geen last van rokers ervaren. De verbalisant deed gewoon zijn werk en constateerde dat u te ver van de paal stond. Ik eis 90 euro, en bij niet-betalen een dag vervangende hechtenis.”
De verdachte, mokkend: “Hij had toch ook kunnen vrágen of ik naar de rookpaal had willen lopen?”  
Ook de rechter twijfelt niet aan de verbalisant en gaat mee met de officier. “De acceptgiro ontvangt u dan over zo’n zes weken. Nou, weet u, als ik u was zou ik nu nog niet afstand doen van uw recht op hoger beroep, dan heeft u meer tijd om te sparen.”
Tot groot plezier van griffer De Volder. “Haha, dit heb ik nog nooit meegemaakt”, zegt hij nadat de veroordeelde de zaal uit is.

Werkstraf

Volgende zaak. Een 68-jarige man is gedagvaard wegens een snelheid van 103 km/u in de bebouwde kom. De man is de kentekenhouder. Het is niet duidelijk wie de bestuurder was, zegt de rechter.
“Dat ben ik geweest”, erkent de verdachte direct schuld, “en dat is heel ernstig. Ik zat wel te dubben in de auto want er stond geen bord langs de weg, maar wel 50 op het wegdek. Dus geen smoezen nu, het was hartstikke stom van me.”
“Hebt u uw rijbewijs nodig?”, vraagt de kantonrechter.
“Ja. Ik ben met pensioen maar werk nog. Daar komt niet echt winst uit; het is meer het overeind houden van de zaak voor bestaande klanten.”
“Als de officier straks meer dan 700 euro gaat eisen, kan u dat betalen?”
Verdachte: “Nee. Ik kan u alleen maar verzoeken tot een andere straf.” De stem van de man breekt. “Ik snap dat dit geen loterij is, maar dit treft ook mijn vrouw…”
“Zou een werkstraf mogelijk zijn?” vraagt officier Alexandros Sarantoudis.

“Zeker, heel graag zelfs”, herpakt de verdachte zich.
Even later formuleert de officier de OM-eis. “Het feit is bewezen. Ik moet zeggen dat de weg niet lijkt, niet voelt als een 50 km/u weg. Aan de andere kant: onlangs is daar een tragisch ongeluk geweest, dus het is niet voor niets. Ik zie dat u heel goed beseft wat u gedaan heeft; met u komt het verder wel goed. De richtlijnen schrijven 760 euro en een rijontzegging van twee maanden voor. Ik eis een werkstraf van veertig uur. Bij het niet-verrichten daarvan twintig dagen hechtenis.”
“Wat vindt u er van?”, vraagt de rechter.
“Moeilijk om daarover te oordelen, maar ik denk dat het wel terecht is.”
“Dan beslis ik net zo als dat de officier eist.”
De verdachte: “Is dat zwaar werk, zo’n werkstraf?”
“De Reclassering is heel redelijk”, zegt de rechter. “Zij gaan met u kijken wat u kan doen.”
“Perfect”, zegt de 68-jarige dankbaar.

Het was de laatste zaak waarin verdachten kwamen opdagen. De kantonrechter kijkt de griffier en officier aan. “Zullen we, voordat we de ‘verstekjes’ gaan doen, de benen maar even strekken?”

OM'ers achter de zaak

Selinda Jones (40) beoordelaar en lid OR

“Nu denk ik: de directie, dat zijn ook maar normale mensen”

“Wekelijks verwerk ik als beoordelaar zo’n driehonderd ‘Mulderzaken’. Zaken als snelheid, roodlicht, parkeren, onverzekerd rijden en huurzaken. Omdat ik van de taal houd, komen ook de Franstalige beroepschriften bij mij. Soms voert iemand bijvoorbeeld aan dat op het moment van overtreding zijn auto al was verkocht. Frankrijk kent geen ‘RDW-systeem’ dat overschrijving van voertuigen registreert. Als verkoper en koper in een door beiden ondertekend formulier verklaren dat de auto verkocht is, haal ik de boete, bestemd voor de verkoper, uit het systeem. Verder gebruiken we vooral de ‘feitenboekjes’. Die vermelden de categorie, het type voertuig, de overtreding en het bijbehorende bedrag.

Als betrokkenen in hun bezwaarschrift aangeven dat ze gehoord willen worden, zijn wij daartoe verplicht.  Daarvoor bel ik eens per week betrokkenen op. Sporadisch hoor ik dan iets nieuws, bijvoorbeeld dat op het moment van overtreding de wegsituatie veranderd was. Dat check ik bij de verbaålisant. Maar mensen vinden het fijn dat iemand van het OM hen serieus aanhoort, en ik vind het fijn als ik de zaak kan uitleggen. Betrokkenen die eerst een chagrijnige brief sturen, snappen na het telefoongesprek de beslissing en accepteren die vaak zelfs.

Het fijne aan beoordelen is dat je een beslissing kunt nemen. Vaak bekrachtig je de door het CJIB verstuurde  beschikking; meer plezier heb ik als ik een fout rechtzet. Denk hierbij aan fout uitgelezen kentekens of foutieve gegevens op een beschikking.
Omdat ik nieuwsgierig ben en graag meedenk over de doorontwikkeling van de organisatie en over medewerkersbelangen, werd ik OR-lid. In de OR verbeter je competenties als communiceren, onderhandelen en beoordelen van beleid. Ik heb het schrijven van zakelijke brieven sterk verbeterd en ik heb geleerd hoe je gesprekken met de directie voert. Vroeger dacht ik al snel: ‘Ik ben slechts medewerker’. Nu denk ik: ‘De directie, dat zijn ook maar normale mensen’.”

Oral Ercan (31), zittingsvertegenwoordiger

“Je moet snel kunnen beslissen in een concrete zaak”

“Na mijn VWO-opleiding wilde ik de pilotenopleiding doen. Ik was al door de selectie heen en had in een vliegsimulator een goede leercurve neergezet. Helaas had ik niemand die voor de opleiding financieel garant kon staan. Piloot leek me een 10, officier van justitie een 9. Ik ben Rechten gaan studeren in Rotterdam, waar ik een master Strafrecht en een master “Internationaal en Europees recht” heb gehaald. In 2010, nog tijdens mijn studie, ben ik als rijkstrainee parketsecretaris geworden in achtereenvolgens Den Haag, Utrecht en Amsterdam.
Een half jaar geleden kon ik alsnog een opleiding mét baangarantie bij Turkisch Airlines volgen. Dat kon omdat ik een dubbele nationaliteit heb. Ik ben er zelfs voor naar Turkije geweest. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt: het liefst word ik nu officier. Recreatief ben ik wel bezig om mijn vliegbrevet te halen.

Ik ben nu tweeënhalf jaar zittingsvertegenwoordiger. Daarin sta ik zonder toga met verkeersboetezaken (‘Mulderzaken’) voor de kantonrechter. Drie tot vier keer per week reis ik naar verschillende rechtbanken in het land. De zittingen duren van 9.00 tot 13.00 uur, of van 13.00 tot 16.00 uur. Daarnaast bereid ik op het parket zittingen en dossiers voor, en bewerk ik uitspraken na. Over vijf jaar wil ik een ervaren assistent-officier zijn. Die doet, in toga, de overtredingen en lichtere misdrijven.
Het mooie aan het werk is dat je een groot maatschappelijk belang dient. Iemand moet toch opstaan en zeggen: ‘Jij hebt iets gedaan wat niet kan; daar past een straf bij.’ Je moet snel kunnen beslissen in een concrete zaak, maar ook kunnen handelen vanuit een helikopterview en met kennis van de rol van ketenpartners.
Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders bestaat wel eens het beeld dat ze geen kans maken om bij het OM te werken. Discriminatie bestáát natuurlijk. Maar nooit heb ik het bij het OM ervaren, al moet je wel over de geschikte kwalificaties beschikken. Ik voel me bij het OM als een vis in het water.”

Charif Esadik (21), stagiair

“Ik hoop na mijn afstuderen bij het OM te blijven”

“Ik twijfelde tussen bouwkunde en recht. Maar toen ik een proefles strafrecht volgde op een meeloopdag wist ik het meteen. Het moest een Hbo-opleiding Recht worden.
Recht leek me spannend en ik was nieuwsgierig. Opgegroeid op Kanaaleiland in Utrecht en vaak onnodig staande gehouden, vroeg ik me regelmatig af of dat wel mocht. Nu kon ik het leren.
Ik zit inmiddels in het laatste jaar van mijn opleiding en loop stage bij Parket CVOM. Van studiegenoten hoorde ik goede verhalen over het OM. Daarom solliciteerde ik bij het stagebureau en kwam ik terecht op de afdeling Mulder. Wat een toptijd was dat!
Ik beoordeelde bezwaarschriften van mensen die een beschikking hadden gekregen. Dat was in het begin wel moeilijk. Het ging soms over duizenden euro’s. Ook de emotionele argumenten in bezwaarschriften vond ik lastig. Gelukkig werd ik goed begeleid en leer je snel genoeg dat regels, regels zijn die moeten worden opgevolgd. Natuurlijk heb je wel eens een uitzondering, maar dat bespreek je dan met de secretaris. Om de anderhalve maand leerde ik een nieuwe feitcode - rood licht, APK-keuring - en beoordeelde de bezwaarschriften. Na vijf maanden had ik een eindgesprek en kreeg ik een dikke acht. Daar ben ik heel tevreden mee.

Eigenlijk moet ik twee verschillende stages volgen, maar de eerste vijf maanden bij Mulder bevielen zó goed, dat ik wilde blijven. Met de stage coördinator van school is geregeld dat ik bij Parket CVOM mocht blijven, maar op een andere afdeling. Nu ben ik net begonnen bij de afdeling Straf. Dat is totaal iets anders dan Mulder. Bij Straf gaat het om grovere overtredingen, zoals hoge snelheid. We dagvaarden mensen die weigeren te betalen of behandelen de verzetschriften.
Ik hoop stiekem dat ik na mijn afstuderen bij het OM kan blijven. Je kan er goed groeien. Zittingsvertegenwoordiger worden lijkt me ­geweldig.”

Malika Ebaihoubarka (29), beoordelaar

“Namens de officier beoordeel ik beroepen”

“Voordat ik hier werkte, had ik niet gedacht dat zó veel mensen tegen een verkeersovertreding in beroep gaan. In 2015 waren dat er zo’n 360.000. Als beoordelaar bij Parket CVOM (afdeling Mulder, sectie Officier van Justitie) beoordeel ik namens de officier van justitie hun beroepen.
De overtreder krijgt zijn beschikking van het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Als hij daartegen beroep instelt bij de officier van justitie, komt dat beroep bij onze afdeling Mulder terecht. Dan gaat het om meerdere ‘feitcodes’, waaronder WAM (onverzekerd rijden), APK, Parkeren, Snelheid, en Roodlicht. Daarnaast behandelen we veel beroepen van autoverhuurbedrijven.
April 2013 rondde ik mijn opleiding Sociaal-juridische dienstverlening aan de Hogeschool van Utrecht af. In augustus van dat jaar begon ik bij Parket CVOM. Eerst via een halfjaarcontract, inmiddels vast.
Ik werk ook nieuwe collega’s en stagiairs in. En ik ben ‘super-user’: van het ICT-systeem voor onze ‘Mulderzaken’, en van het Digitaal Loket Verkeer, waarin betrokkenen digitaal in beroep kunnen gaan.
Verder draai ik eens per week een dag-, avond- of nachtdienst bij ZSM. Daar worden we gebeld door verbalisanten uit het hele land, die verdachten hebben aangehouden. Bijvoorbeeld voor overtredingen of rijden onder invloed. Op ZSM Centraal beoordelen wij die zaken direct en daarna kunnen we een dagvaarding naar de agent mailen. Die kan de dagvaarding printen en direct uitreiken aan verdachten. De automobilist weet meteen wanneer hij op zitting moet verschijnen. Agenten zijn er blij mee. Zij kunnen hun zaak gelijk afhandelen.
Het is de afwisseling in mijn werk die ik leuk vind. Als ik hier ben uitgeleerd, wil ik me blijven ontwikkelen. Cursussen die we krijgen aangeboden, doe ik altijd. Ik werk vier keer negen uur, soms het weekend. Op de vrijdag geef ik voetbaltraining aan kinderen met een beperking, zoals autisme of ADHD. Prachtig vind ik het om hen te zien genieten!”