Tekst Rianne de Back
Foto Loes Spruijt-van der Meer

Rianne de Back, landelijk jeugdoffcier van justitie

“Dit kan toch niet de zittingszaal zijn?”, zegt een verbaasde collega van mij, tijdens haar zoektocht naar zittingszaal D4 bij de rechtbank Amsterdam. Als zij door het kijkgaatje van de deur kijkt ziet zij een soort van vergaderzaal met druppelvormige tafel met stoelen, een spiegel en kunst aan de muur, maar geen computers. De bode schept duidelijkheid: “Dit is de nieuwe kindvriendelijke zittingszaal.”

Jongeren vertellen dat zij niet altijd het gevoel hadden dat de rechter en officier echt naar hen luisterden

In diezelfde periode ben ik in Den Haag, bij de eindpresentatie van ‘Design of Justice’, bij de Raad voor de Rechtspraak. Daarbij staat de zoektocht naar een ontwerp voor ‘de jeugdzittingszaal van de toekomst’ centraal. Ik laat mij deze middag graag verrassen.

Initiatiefnemers zijn advocaten Wikke Monster en Klaartje Freeke, bekend van de stichting Lawyers as Changemakers. Zij hebben rechtenstudenten en studenten van de Gerrit Rietveld Academie samengebracht om te onderzoeken hoe zij een zittingszaal voor jeugdigen harmonieuzer en effectiever kunnen maken. Daarbij zijn zij ervaringsgericht te werk gegaan, door verschillende rechtbanken te betreden en te ondergaan wat het met hen doet als zijn een zittingszaal ingaan. Hoe uitnodigend is een zittingszaal? Komt er in die ruimte een echt gesprek op gang? Ook hebben zij hierover gesproken met rechters, officieren van justitie, advocaten en jongeren die in aanraking zijn geweest met het strafrecht van stichting Young in Prison.

Bij de eindpresentatie zijn twee jongeren van Young in Prison aanwezig. Zij vertellen dat zij niet altijd het gevoel hadden dat de rechter en officier echt naar hen luisterden. De zittingszaal zorgt volgens hen voor veel afstand, doordat de rechter en officier op een verhoging zitten. Eén moment is één van de jongeren wel bijgebleven en dat was toen de rechter hem vroeg naar zijn saxofoon. Dat raakte hem en maakte dat er alsnog een gesprek op gang kwam, ook over het strafbare feit waar hij van verdacht werd.

Tijdens de eindpresentatie hoor ik het vaak van studenten. Een zittingszaal kan intimiderend zijn en de manier waarop je met elkaar in gesprek gaat is van groot belang.  

Bij de jeugdzittingszaal van de toekomst wordt ook aandacht besteed aan de omgeving rondom de rechtbank. Bomen en planten zouden vanuit de rechtbank te zien moeten zijn en daglicht vormt een belangrijk onderdeel. Het ontwerp van een zittingszaal waarbij een grote ronde tafel het middelpunt vormt, trekt in het bijzonder aandacht. Iedereen kan vanaf de wand een uitklapbare stoel pakken en ergens aan de tafel gaan zitten. De tafel doet mij denken aan de ronde knutseltafel die wij in onze woonkamer hadden staan toen onze kinderen klein waren. Iedereen kon aanschuiven om mee te tekenen, te knippen of te plakken. Dat werkte heel uitnodigend.

Het ontwerp van de ronde zittingstafel is door een architectenbureau verder uitgewerkt voor twee zittingszalen bij de Rechtbank in Amsterdam en deze zijn dus al in gebruik genomen! Ik heb er zelf nog geen zitting gehad, maar ben erg benieuwd naar de eerste ervaringen.

'Het is veel informeler waardoor de verdachte veel meer vertelt en alles beter landt'

Terug naar mijn collega, die nog niet bekend was met de nieuwe zittingszaal. Zij vertelt mij dat het haar verrast hoe de zitting verloopt. Zij merkt dat zij gemakkelijk in gesprek gaat met de jeugdige verdachte. Hij is meer open. Ook zijn moeder is zichtbaar meer ontspannen, doordat zij nu naast haar zoon zit, in plaats van achter hem.

Bij een andere collega roept de nieuwe zittingszaal wat weerstand op, want het is volgens hem niet voor niets dat in de wet is bepaald dat de officier niet aan de tafel van de rechter mag aanschuiven. En dat klopt. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat dit zo is om de schijn van beïnvloeding door het OM te vermijden. Maar gaat dit ook op als alle partijen aan dezelfde tafel aanschuiven en er dus niet meer een eventueel voordeel is voor één partij?

Een paar dagen later kom ik hem tegen. Hij spreekt mij meteen aan en zegt dat het toch een bijzondere ervaring was: “Je kunt elkaar echt in de ogen kijken, het is informeler waardoor de verdachte veel meer vertelt en alles beter landt.”

In korte tijd twee positieve reviews voor deze innovatie in het jeugdstrafrecht. Benieuwd wat de andere ervaringen zullen zijn en welke andere vernieuwingen wij kunnen verwachten. Heb je daar ideeën over? Laat het mij weten!