Tekst Pieter Vermaas
Foto Loes Spruijt-van der Meer
Veiligheid staat voorop
In luchtvaartkringen lopen niet langer de rillingen over de rug als het S-woord valt. Strafrecht staat niet meer synoniem aan schrik. Luchtvaartofficier en –parketsecretaris Katja van Bijsterveldt en Aco Verhaegh dragen bij aan dat beter onderling begrip. Tijdens presentaties voor en casusoverleggen met de branche, brengen ze hun boodschap van een billijke rechtshandhaving: het OM is niet uit op veroordeling van elke fout.
“Oké mensen, jullie hebben de casus over de piloot van de Piper Malibu gehoord. Nou, zeg het maar. Wat zou een luchtvaartofficier nu moeten doen? Jullie hebben zes keuzes. A: niets doen, dus seponeren? B: een voorwaardelijk sepot? C: een geldboete? D: een taakstraf? E: een celstraf? Of F: een ontzegging van de vliegbevoegdheid? Jullie hebben nog een halve minuut.” Aan het woord is Aco Verhaegh, de beleidsmedewerker en parketsecretaris luchtvaartzaken van arrondissement Noord-Holland. Op 19 oktober spreekt hij samen met officier Katja van Bijsterveldt van een beeldscherm – want online – voor een bijeenkomst van meer dan honderd leden en genodigden van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL). De vliegfanaten breken zich het hoofd over de geschetste casus. Die is als volgt.
Piper Malibu
Een gezagvoerder van een Piper Malibu-motorvliegtuig is net opgestegen van Texel en zet koers richting Breda. Op een vlieghoogte van iets meer dan vierhonderd meter boven de Kop van Noord-Holland nadert hij zweefvliegveld De Noordkop. Hij neemt geen omweg en stuurt zijn Amerikaanse eenmotorige laagdekker met zes zitplaatsen rechtdoor. Op dat moment gaat ook een zweefvliegtuig vanaf De Noordkop de lucht in. De inzittenden in het zweefvliegtuig kunnen de Piper op dat moment niet zien: het schuin omhoog gelierd worden maakt dat onmogelijk. Op een hoogte van 425-450 meter komt het zweefvliegtuig horizontaal te hangen. Pas dan zien de inzittenden de horizon. Én, tot hun schrik, een Piper Malibu op ramkoers. Gelukkig staat de transponder van het zweefvliegtuig aan. Vaak wordt die bij de lierstart niet aangezet, omdat die bij het snelle stijgen ook voor onrust bij ander vliegverkeer kan zorgen. Maar nu wel, en dus krijgt de Piper-piloot een melding van zijn TCAS, het traffic collision avoidence systeem. De piloot grijpt in, stuurt scherp naar links en wendt daarmee het gevaar af. Als de inzittenden van het zweefvliegtuig weer voet op vaste grond zetten, nemen ze contact op met de luchtvaartpolitie, die het OM informeert. Er rijst een verdenking van overtreding van voorschrift SERA.3205 (“Proximity”) van de Standardized European Rules of the Air (SERA): “Met een luchtvaartuig mag niet dusdanig nabij andere luchtvaartuigen worden geopereerd dat botsingsgevaar ontstaat.” En overtreding van artikel 5.3 van de Wet luchtvaart: “Zodanig aan het luchtverkeer deelnemen dat personen/zaken in gevaar worden gebracht.” De Piper-piloot wordt door luchtvaartofficier Katja van Bijsterveldt en parketsecretaris Aco Verhaegh uitgenodigd voor een onderhoud op het parket in Haarlem. “De gezagvoerder meende geen enkele regel te hebben overtreden,” zegt de luchtvaartaanklager op de KNVvL-bijeenkomst. “Hij had niet in verboden gebied gevlogen. Niet te hoog, niet te laag, niet te hard, niet te zacht. En hij week netjes uit toen hij het zweefvliegtuig zag, vond hij. Áls er al lessen uit het voorval moesten worden getrokken, zou de zweefvliegtuigbranche dat moeten doen: zweefvliegers en liergebruikers kunnen voor de start beter kijken naar aankomend verkeer. Aco en ik hielden hem voor dat bijvoorbeeld in ‘de luchtvaartgids’ staat dat er tot 1800 voet rekening moet worden gehouden met zweefvliegactiviteiten, maar dat veranderde zijn verklaring niet.”
De KNVvL-leden hebben hun antwoord inmiddels gegeven. 35 Procent van hen wil een geldboete; 35 procent ziet meer in een voorwaardelijk sepot; 23 procent vindt een ontzegging van de vliegbevoegdheid passend; en 7 procent wil seponeren. Voor een taak- of celstraf kiest niemand. Parketsecretaris Aco Verhaegh bouwt de spanning nog even op. “De richtlijn strafvordering luchtvaartwetgeving gaat bij zo’n feit uit van dagvaarden in verband met een te vorderen vliegontzegging…
Toch volgde een andere beslissing. Katja hield rekening met de ervaring van deze gezagvoerder en het feit dat hij nooit eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen. Maar ze wilde deze gezagvoerder wel de norm inprenten. Hij had immers moeten weten dat als hij in de buurt van een zweefvliegveld komt en er niet ruim omheen vliegt, hij heel goed moet opletten. Katja stelde hem een transactie voor van duizend euro. Die heeft de Piper-piloot geaccepteerd.”
Razende rotorbladen
Een kleine drie weken later zijn de parketsecretaris Verhaegh en officier Van Bijsterveldt op bezoek bij de luchtvaartpolitie op Schiphol-Oost. Ze hebben net buiten een fotoshoot moeten doorstaan, waarin ze de aanwijzingen van de Opportuun- fotograaf nauwelijks konden horen en hun haarcoupes danig beproefd werden. De reden? Rondrazende rotorbladen van politiehelikopters die de lucht met veel kracht naar beneden stuwden.
De fotoshoot vond plaats op een flinke steenworp afstand van waar een paar dagen eerder klimaatactivisten van Greenpeace en Extinction Rebellion protesteerden. Met een slijptol zaagden sommigen een hek door, anderen fietsten rond op het platform of ketenden zich vast aan kleine zaken- en privévliegtuigen. Dat is strafbaar, zeggen de twee, die zich verder nauwelijks uitlaten over het lopende onderzoek waarin de Koninklijke Marechaussee ruim vierhonderd aanhoudingen verrichtte.
In de strafrechtelijke onderzoeken die Van Bijsterveldt en Verhaegh behandelen, speelt het gevaar of mogelijke gevaar dat verdachten voor de luchtvaart (vliegtuigen, zweefvliegtuigen, ballonnen, parachutisten, paramotortrikes, drones) veroorzaken een centrale rol. Officier Katja van Bijsterveldt: “Om die reden komt een mishandeling in de aankomsthal niet bij ons. Ook een piloot die wordt verdacht van een zedenmisdrijf, komt gewoon bij de lokale, daartoe gespecialiseerde zedenofficier terecht. En fraude door luchtvaartpersoneel behandelt het parket als ‘gewone’ fraudezaak.”
“Maar als een mishandeling”, zo vervolgt parketsecretaris Aco Verhaegh, “in het vliegtuig plaatsvindt, of als de fraude het vervalsen van een vliegbrevet of certificaat betreft, dan is het wel een zaak voor ons. Omdat het de vliegveiligheid in gevaar kan brengen.”
Just Culture
Wie Aco Verhaegh (inmiddels vier jaar beleidsmedewerker en parketsecretaris - “Ik wilde als jonge jongen straaljagerpiloot worden”) en Katja van Bijsterveldt (luchtvaartofficier sinds september 2019 - “Gaaf vind ik het, om naar die helikopters te kijken”) spreekt, ziet geen officier die de parketsecretaris steeds overvleugelt. Verhaegh kent het klappen van de luchtvaartzweep minstens zo goed als zijn officier. De luchtvaartportefeuille, weet hij, is veelzijdig. Er zijn simpele, veelvoorkomende zaken, zoals die tegen unruly passengers: onruststokers in het vliegtuig die zich niet houden aan aanwijzingen van de gezagvoerder. Maar er zijn ook ingewikkelde zaken, waarvoor het OM veel kennis moet hebben. Kennis van alle spelers in de luchtvaart, zoals piloten, instructeurs, luchtverkeersleiders, havenmeesters en onderhoudsmonteurs. Kennis van hoe vliegtuigen werken. En kennis van de almaar groeiende berg lokale en internationale regelgeving in de luchtvaartbranche. En hoewel de officier en parketsecretaris zich gesteund weten door de luchtvaartpolitie – politiemensen met vliegbrevet, wier luchtvaart- en juridische expertise de twee OM’ers loven – geeft die situatie een groot grijs gebied. Daarin is de vraag welk gedrag voor de rechter moet worden gebracht niet zelden lastig te beantwoorden.
In het luchtvaartrecht is het concept ‘Just Culture’ gegroeid, dat door het OM wordt onderschreven. Kort gezegd wordt volgens Just Culture niemand bestraft als geen sprake is van opzet of grove nalatigheid. De gedachte daarachter is dat betrokken personen dan sneller veiligheidsproblemen melden en dat daarvan kan worden geleerd. Als het OM over voorvallen hoort waarin betrokkenen hun verantwoordelijkheid nemen door die voorvallen transparant te melden en ervan te proberen te leren, dan wordt dan in hun voordeel meegewogen. Omgekeerd kan het niet nemen van die verantwoordelijkheid voor het OM reden zijn om juist wel strafrechtelijk op te treden. In het strafrechtelijk onderzoek worden mensen gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid te nemen. Zo werd een vlieger gevraagd waarom hij geen melding had gedaan van een bijna-botsing en evenmin het gesprek was aangegaan met de andere piloot, die daarvan enorm geschrokken was en daarvan nog steeds last had. Beide mannen bleken open te staan voor een gesprek en dat pakte boven verwachting uit. ‘Ik weet niet hoe het OM ernaar kijkt, maar wat mij betreft is het zo onder vliegers opgelost’, had het slachtoffer gezegd. In plaats van een geldboete, die misschien zou passen bij het grof nalatige vlieggedrag, werd voorgesteld dat hij een informatiebijeenkomst zou houden op zijn vliegclub om de geleerde lessen te delen met zijn clubgenoten. De zaak werd onder die voorwaarde geseponeerd.
Het OM kijkt wat anders naar de grote dan naar de kleine luchtvaart, zegt Aco Verhaegh. “Bij de grote zitten we er minder bovenop. Zij hebben professionele veiligheidsmanagementssystemen, onderzoeken zelf voorvallen en trekken er lering uit. Dat is niet altijd het geval in de kleine luchtvaart, waaronder bijvoorbeeld de privévliegers en de vliegclubs vallen. Die kennen niet altijd een verplicht veiligheidsmanagementsysteem, laat staan een zo professioneel systeem als de LVNL, KLM, TUI of Transavia dat heeft. Bovendien is een privévlieger niet altijd verbonden aan een brancheorganisatie, dus dan werkt zelfreinigend vermogen wat anders.”
Just Culture in Nederland betekent ook dat meldingen vanuit de luchtvaart niet automatisch bij de politie en het OM belanden. Want naast de informatie die het OM krijgt via rechtstreekse meldingen, aangiften en controles, kunnen melders voorvallen ook vertrouwelijk melden bij het Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het ABL besluit wat het doorstuurt naar justitie. Het ABL en het OM hebben daarover afgesproken dat het ABL alleen meldingen doorstuurt waarin een vermoeden van opzet of grove nalatigheid zit. En over wanneer dat wel of niet het geval is, praten zij in een casusoverleg met vertegenwoordigers uit de wereld van de grote en tegenwoordig óók de kleine luchtvaart. In dat overleg worden onder andere drempelgevallen besproken waarbij er valt te discussiëren of een strafrechtelijk optreden op zijn plaats is. Zo leren luchtvaartbranche en strafrechthandhavers van elkaar welk gedrag risicovol is en strafrechtelijk over de grens gaat. Dergelijk overleg en andere bijeenkomsten waarop het OM zijn gezicht laat zien, bevorderde de afgelopen jaren het begrip voor de afwegingen van het OM. Aco Verhaegh hoopt binnenkort te promoveren op ‘de relatie tussen Just Culture en strafrechtelijke handhaving in de luchtvaart’, een onderwerp dat ook in de volgende casus aanknopingspunten voor de vervolgingsbeslissing bood.
Birdstrike
Op een ochtend in mei 2019 geeft een instructeur aan een leerling-piloot ‘luchtverkeerscircuit-training’ boven vliegveld Hilversum. Dat circuit is de route die landende piloten moeten kiezen, waarbij ze op het juiste punt ‘invoegen’ en een voor een kunnen landen. Plotseling ziet de instructeur een vliegtuig recht op het vliegveld aankoersen. Direct neemt de instructeur de besturing van zijn leerling-piloot over. Hij vermindert snelheid en wijkt uit naar links. In zijn beleving voorkomt hij daarmee een botsing. De instructeur wil de andere piloot direct op het voorval aanspreken, maar dat lukt niet meer. Want die Belgische piloot, die op weg van Antwerpen naar Ameland een tussenlanding in Hilversum maakte om een vriend op te pikken, is al weer gevlogen. Daarop meldt de instructeur het voorval aan de havenmeester van Hilversum. Als de piloot later die dag terugkeert, probeert de havenmeester van vliegveld Hilversum (dat zich afficheert als ‘het groenste en gezelligste vliegveld van Nederland’) hem erop aan te spreken. Maar gezellig wordt het niet. De havenmeester krijgt te horen dat de piloot ‘een prima circuit’ heeft gevlogen: “En als je daar een probleem mee hebt, moet je de luchtvaartpolitie maar bellen.” Dat doet de havenmeester. Terwijl de in België woonachtige piloot bij het eerste telefonische contact met de luchtvaartpolitie nog laat weten dat er ‘niets is gebeurd’ en het ‘vliegveld Hilversum een overdreven houding heeft’, geeft hij vijf maanden later – dan wordt hij als verdachte gehoord – een andere verklaring. Hij zou een vogelaanvaring hebben gehad en hij had zo gevlogen ‘omwille van de veiligheid van de mensen op de grond, zijn vliegtuig en hemzelf’. “Op de zitting bij de kantonrechter,” zegt Katja van Bijsterveldt, “herhaalt de piloot dat verhaal en presenteert hij ‘bewijs’: handgeschreven verklaringen van getuigen op Ameland die ‘het vogelbloed van het stabilo van zijn vliegtuig hadden geveegd’. Ik geloofde geen snars van dat verhaal, dus ik heb de rechter gevraagd de zaak dan maar aan te houden om die getuigen te horen. Dat is gedaan, en toen bleef er niets van dat verhaal over.” Aco Verhaegh: “Als je écht een birdstrike hebt gehad, ga je je kist uitgebreid inspecteren en hang je niet vijf minuten na je landing alweer in de lucht. En dat de piloot over het voorval geen normaal gesprek met de havenmeester wilde aangaan, past niet bij Just Culture.” Op zitting werd uiteindelijk, bovenop de €1.000 die Van Bijsterveldt eerder als transactie had voorgesteld, een voorwaardelijke ontzegging van de vliegbevoegdheid van zes maanden geëist. Ook de rechter gelooft het vogelverhaal niet, mede omdat in de uitgewerkte radiocommunicatie daarvan niets bleek. Hoewel de rechter de zorgen over de houding van de piloot deelt, gaat de rechter niet mee in de eis van de ontzegging van de vliegbevoegdheid. Wel veroordeelt de rechter de piloot tot een geldboete van €2.000 waarvan €1.000 voorwaardelijk. Van Bijsterveldt heeft gemerkt dat het OM-optreden goed is gevallen in de luchtvaartwereld. “Ze hebben gezien dat het OM dagvaardt als er echt iets aan de hand is. Iedereen in de branche vindt het terecht dat we die piloot op deze manier hebben aangesproken. De branche wil niet dat piloten zich zo gedragen. Zij willen dat je met elkaar moet kunnen bespreken wat er voorgevallen is.”
De All-you-need-is-lovezaak
Dat het OM bij vliegvoorvallen niet alleen het handelen van gezagvoerders onder de loep legt, maar ook de achterliggende organisatie, toont Aco Verhaegh aan met de All-you-needis- lovezaak. “Voor hun kerstspecial van 2020 bracht het programma een jongen naar zijn geliefde, die in een kasteel zat. De jongen werd met een helikopter bij het kasteel afgezet. Het helikopterbedrijf had dat geregeld. Het beschikte over een generieke ontheffing, maar mocht daar volgens provinciale regels gewoon niet landen. De gezagvoerder had van het bedrijf een formulier gekregen waarop stond dat alles in orde was. En daar twijfelde hij ook niet aan, want bij eerdere opdrachten was dat ook altijd goed gegaan. Lang verhaal kort: formeel had de piloot het moeten controleren, maar we begrepen wel dat hij dit niet had gedaan. De zaak tegen hem werd geseponeerd. Het bedrijf had hem in feite uitgelokt om deze overtreding te plegen. Het bedrijf kreeg een transactievoorstel van tweeduizend euro. Daarbij was er rekening mee gehouden dat het bedrijf tijdelijk zijn ontheffing in de betreffende provincie was kwijtgeraakt. Met dat voorstel ging men akkoord.” Europese luchtverkeersleiders verbazen zich geregeld over hun Nederlandse evenknieën. Wat?! Meldt de LVNL het zelf aan het OM als ze op ernstige incidenten stuiten? Zet LVNL dat zelf op hun website, gevolgd door de acties die daarop worden ondernomen? En het ís ook best opmerkelijk, zegt Katja van Bijsterveldt. “Want ook in Nederland is de luchtvaartbranche een tijdlang bang geweest was om incidenten op Schiphol of elders aan het OM te melden. Maar er zit een goede gedachte achter dat melden. Vliegen is niet zonder risico’s, maar behoorlijk veilig als je risico’s beheerst en in de hand houdt. Dan moet je open zijn over incidenten en daarvan willen leren. Dat is wat de Luchtverkeersleiding Nederland nu uitdraagt. Ik vind dat bijzonder, en Aco en ik zijn er best een beetje trots op dat wij als OM eraan hebben bijgedragen dat dat vertrouwen van de luchtvaartbranche in het OM er tegenwoordig is. Strafrecht is in die kring geen eng woord meer. Dat is ook in het voordeel van een betrokkene of verdachte uit de luchtvaart. Want wie zijn kant van een verhaal wil vertellen, geeft een papieren dossier bijna altijd meer kleur. In zijn voordeel.”
Katja van Bijsterveldt en Aco Verhaegh zijn bereikbaar via luchtvaart@om.nl